Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Algemeen overzicht van den wereldoorlog

betekenis & definitie

Oorzaken en aanleiding.

In het voorjaar van 1914 heerschte in Europa en ook daarbuiten een bijna ondragelijke spanning. De vijandige stemming tegen Duitschland werd steeds sterker in verschillende landen. Het ontactisch optreden van keizer Wilhelm II werkte daaraan mede. Frankrijk zon nog altijd op revanche -wegens het verlies van Elzas-Lotharingen na den oorlog van 1870. Engeland had op koloniaal en maritiem gebied belangen, die regelrecht in strijd waren met die van Duitschland. Rusland had in het Verre Oosten (o.a. inzake den Bagdad-spoorweg) moeilijkheden met Duitschland. .Sedert 1904 bestond de Entente Cordiale tusschen Engeland, Frankrijk en Japan, waartoe ook 1907 Rusland toetrad, tegenover den in 1882 gesloten Driebond Duitschland. Oostenrijk en Italië.

28 Juni 1914 werden te Serajewo de Oostenrijksch-Hongaarsche troonopvolger Frans Ferdinand en zijn gemalin vermoord door een Joego-Slavisch, nationalistisch en revolutionair student Gavrilo Princip. De Oostenrijksch-Hongaarsche Minister van Buitenlandsche Zaken Graaf BerthoId stelde een maand later (28 Juli) een ultimatum aan Servië dat zeer scherp gesteld was en binnen 48 uur moest worden aanvaard. Rusland wist Servië te bewegen een ontwijkend antwoord te geven, en mobiliseerde intusschen. De oorlog tusschen Servië en Oostenrijk-Hongarije brak uit, die beide mobiliseerden.

Nu mobiliseerde ook Duitschland, dat 1 Augustus aan Rusland den oorlog verklaarde en 3 Augustus aan Frankrijk. 2 Augustus eischte Duitschland vrijen doortocht voor zijn troepen door België, dat zich tot Engeland om hulp wendde. Engeland stelde Duitschland een ultimatum, en toen desondanks 4 Augustus het Duitsche leger België binnenrukte, verklaarden Engeland en België het den oorlog. Spoedig volgden Japan en Portugal. Italië verklaarde zich oorspronkelijk neutraal, maar voegde zich 23 Mei 1915 bij de Geallieerden. Augustus 1916 verklaarde Roemenië, 6 April 1917 Amerika, Juni 1917 Griekenland den oorlog aan de Centralen.

Westfront 1914

Duitschland had zich vooral naar het Westen en naar het Oosten te verdedigen Het plan, door generaal Schlieffen ontworpen, berustte allereerst op het verslaan van Frankrijk, om eerst daarna tegen Rusland op te treden. 68 infanterieen 10 cavalerie-divisies van het Duitsche leger rukten dan ook België binnen. Dit was binnen een maand bijna geheel door de Duitschers bezet, Luik viel al zeer spoedig; in Augustus gevolgd door Namen. Hoewel hierna 6 legercorpsen naar het Oostfront moesten worden gezonden, waardoor de Duitsche positie verzwakt werd, bleef de opmarsch voortgaan. Op 6 September was het Duitsche leger onder Von Kluch Parijs genaderd. De Fransche opperbevelhebber Joffre staakte nu den terugtocht en hierdoor ontbrandde de grootste slag van den geheelen Wereldoorlog, de slag aan de Marne, van 5 tot 12 September. Vijf Duitseke legers onder: Von Kluck, Von Bülow, Van Hausen. Hertog Albrecht von Würtemberg en den Duitschen Kroonprins stonden tegenover de Franschen en Engelschen onder opperbevel van Joffre. 9 september begon Von Biiiow terug te trekken achter de Marne

tengevolge waarvan de Duitschers hun geheele front moesten verplaatsten naar achter de Aisne. Het gevaar voor Parijs was geweken. Doordat beide partijen telkens eikaars vleugels trachtten op te rollen, werd het gevechtsfront steeds meer uitgerekt en tengevolge hiervan ontstond de loopgravenoorlog, die vier jaren duurde. Een klein voordeel behaalden de Duitschers nog met de verovering van Antwerpen (9 October) maar het grootsch opgezette op marschplan was totaal mislukt. De Engelschen verhinderden een doorbraak-poging bij Yperen; bij Nieuwpoort werd door openzetting der zeesluizen een groot deel van het land achter den Yser onder water gezet (November 1914). Thans strekte zich het Westfront onafgebroken uit van Bazel tot de Noordzee.

Oostfront 1916

De Russen deden in de eerste dagen van den oorlog een inval in Oost-Pruisen, die Duitschland in den beginne niet wist te stuiten, omdat alle kracht op het Westfront was geconcentreerd, De Duitschers moesten tot achter de Weichsel terugtrekken. 23 Augustus werd hier het opperbevel opgedragen aan generaal Von Hindenburg, die clc Russen in de slagen bij Tannenberg (26 tot 29 Augustus) en bij de Masoerische Meren (5 tot 15 September) totaal versloeg. Oost-Pruisen was Februari 1915 bevrijd van de Russen. Minder voorspoedig trad het Oostenrijksch-Hongaarsche leger onder de generaals Auffenberg en Dankel op. Na enkele aanvankelijke successen ging 3 September Hemberg verloren, waarna 11 September het front werd teruggetrokken tot in de Karpathen. Von Hindenburg trachtte de Oostenrijkers te hulp te komen, werd in den beginne teruggeslagen, maar wist het offensief te hervatten, Lodz in te nemen (6 December), en de Russen terug te dringen. Nu veranderde ook aan het Oostfront de oorlog in een loopgravenoorlog.

In Servië.

14 Augustus 1914 rukte het vijfde Oostenrijksch-Hongaarsche leger over de Drina en de Save onder generaal Potiorek. Doordat echter teveel troepen noodig waren tegen de Russen, kwam dit offensief spoedig tot stilstand en moest Potiorek Servië weer verlaten. Half October volgde een nieuwe opmarsch en 2 December viel Belgrado in Oostenrijksch-Hongaarsche handen. 12 December werd echter het zesde legercorps totaal vernietigd en Potiorek van zijn commando ontheven.

Westfront 1915—1917.

Hoewel hevig werd gevochten en de Geallieerden herhaaldelijk doorbraak-pogingen ondernamen (December 1914—Februari 1915 in Champagne, Maart— Juni 1915 Artois, Atrecht, Argonnen; September—October Atrecht, Champagne), veranderde de situatie slechts weinig. Het offensief, dat 14 September door Voch en Joffre werd ondernomen, strekte zich uit van Nieuwpoort tot de Vogezen en omvatte aan de zijde der Entente niet minder dan 800 000 man. Alle pogingen, groote successen te behalen, mislukten niettemin. Begin 1916 werd in Engeland de algemeene dienstplicht ingevoerd; 21 Februari begon de geweldige aanval op Verdun door de Duitschers, die onder leiding van den Duitschen Kroonprins tot 2 December duurde en ondanks enorme verliezen aan beide zijden geen succes had. Ongeveer in denzelfden tijd (1 Juni tot 15 November 1916) werd aan de Somme met gelijke hevigheid gevochten, tengevolge waarvan de Franschen 12 km vooruitrukten en de Duitschers zware verliezen hadden te boeken. 29 Augustus werd Von Hindenburg met Ludendorff met het opperbevel van alle Duitsche troepen belast in de plaats van Von Falkenhayn, die tot nog toe aan het Westfront het commando voerde, In Maart 1917 begon een nieuw groot offensief der Entente. Wel hieven groote successen uit maar toch begon haar technische en kwantitatieve meerderheid steeds duidelijker aan den dag te treden.

Bovendien begon het moreel der Centralen te wankelen, mede tengevolge van de oorlogsverklaring door de Vereenigde Staten (6 April 1917) als antwoord op den onbeperkten duikbootoorlog die Duitschland 1 Februari had aangekondigd. De beslissing bracht het jaar 1917 echter nog niet.

Oostfront 1915—1917

Februari 1915 was Oost-Pruisen bevrijd van de Russen. Deze begonnen echter in het voorjaar opnieuw een krachtig offensief. 22 Maart viel de vesting Przemysl na een beleg van 3 maanden. De Centralen antwoordden kort daarop eveneens met een offensief dat succes had en de verovering van West-Rusland tengevolge had. 16 Maart 1917 brak de Russische revolutie uit. Kerenski begon in Juli een offensief, dat evenwel verlamd werd door de revolutionaire woelingen; 7 November volgde een nieuwe Bolsjewistische revolutie, Kerenski viel, in December werd een wapenstilstand tusschen Duitschland en Rusland gesloten, 3 Maart 1918 gevolgd door den Vrede van Bresk-Litovsk.

De oorlog met Italië

Italië had zich in den beginne, ondanks zijn lidmaatschap van den Driebond neutraal gehouden, hetgeen de Centralen van een waardevollen bondgenoot had beroofd. Dubbel woog dit verlies, toen het zich 23 Mei 1915 door zijn oorlogsverklaring aan Oostenrijk-Hongarije aan de zijde der Entente schaarde. Oostenrijk-Hongarije was nu verplicht, ongeveer de helft van zijn leger naar de Italiaansche grens te zenden. Van 1915—1917 hadden hier aan de Isonzo elf veldslagen plaats; de vijfde (Maart 1916) bracht eenig voordeel aan de Italianen, in den zesden (Augustus 1916) veroverde Italië Goerz. In October 1917 kwamen Duitsche troepen de Oostenrijkers ter hulp, gevolg: doorbraak bij Tolmein-Flitsch; 23 November werd de Piave bereikt. Doordat de Italianen nu steun kregen van Engelschen en Franschen, trad een stilstand in, totdat in October 1918 een energieke doorbraak-poging van het Piave-front door de Italianen, Engelschen en Franschen gelukte. 30 October 1918 verzocht Oostenrijk om een wapenstilstand.

De beslissing aan het Westfront

De Vereenigde Staten van Amerika, die zich tot nog toe buiten den front. oorlog hadden gehouden (Wilson had zelfs vredespogingen aangewend op verzoek van keizer Wilhelm II, 12 December 1916), lieten deze houding varen, toen Duitschland in antwoord op de Engelsche blokkade, den onbeperkten duikbootoorlog had afgekondigd tegen alle schepen, die werden aangetroffen buiten de neutrale zónes. 7 Mei 1915 was de Engelsche passagiersboot „Lusitania” getorpedeerd, waarbij ook Amerikanen waren omgekomen. Toch wrerd de oorlog door Amerika pas 5 April 1917 verklaard. Allerwege werd naar een beslissing verlangd. Duitschland kon al zijn krachten op het Westfront concentreeren na den vrede met Rusland. Het wist het Ententefront bij Amiens en daarna nogmaals aan de Aisne door te breken, en rukte voorwaarts tot over de Marne. Thans begon echter ook het Amerikaansche leger een rol te spelen, dat in Augustus 1917 ongeveer een millioen manschappen telde, die buitengewoon goed waren uitgerust. 7 September waren de Duitschers weer in hun oorspronkelijke stellingen teruggedrongen. 26 Maart 1918 werd generaal Foch opperbevelhebber van alle geallieerde legermachten.

Nu begon de terugtocht der Duitschers. De Engelschen behaalden 27 September een belangrijke overwinning bij Kamerijk, de Franschen dreven den Duitschen Kroonprins uit Champagne terug, en het scheen dat Foch zijn doel: de omsingeling der Duitschers, zou bereiken, toen Von Hindenburg en Ludendorff bij de regeering er op aandrongen, de Entente om vrede te verzoeken. 11 November werd de wapenstilstand gesloten, waarbij de Duitschers alle bezette gebieden moesten ontruimen, Elzas-Lotbaringen en den Linker-Rijnoever afstaan aan Frankrijk en alle krijgsgevangenen en duikbooten moesten uitleveren.

De oorlog in Servië

Boelgarije voegde zich eind 1915 bij de Centralen waardoor dezen in den oorlog op den Balkan krachtigen steun ontvingen. De tweede Servische veldtocht (October tot December 1915) van Boelgaren, Oostenrijkers en Duitschers, voerde dan ook tot de verovering van Servië en Montenegro, waardoor de weg naar Turkije open lag. De Geallieerden werden teruggedreven tot de Grieksche grens. Gedurende 1917 werden de troepen der Entente nog tegengehouden maar nadat Juni 1917 ook Griekenland aan de Centralen den oorlog had verklaard, was ook hier de zaak voor hen verloren. Toch gelukte het eerst in September 1918 het Boelgaarsche front door te breken, waarmee dit geheel in elkaar stortte. Deze ineenstorting, gevoegd bij de tegenslagen in het Westen voerden tot den wapenstilstand.

De Turksche Oorlog

Eind October 1914 voegde zich Turkije bij de Centralen. De Turken hadden bij hun ondernemingen weinig succes. Februari 1915 deden de Engelschen en Franschen echter tevergeefs een poging den doorgang door de Dardanellen te forceeren. In April 1915 gelukte een landing; tot in '16 duurden de gevechten op Gallipoli, dat evenwel ten slotte moest worden ontruimd.

Sedert einde 1916 voerden de Engelschen een offensief aan het Suez-kanaal; de Turken werden teruggedrongen. Maart ’17 veroverden de Engelschen een offensief aan het Suezk anaal; de Turken werden teruggedrongen. Maart 1917 veroverden de Engelschen Bagdad in December Jeruzalem. Ook iïamascus ging verloren. In de laatste maanden van den oorlog vochten de Engelschen zeer voorspoedig; de wapenstilstand werd 31 October 1918 gesloten.

De oorlog op zee

Verhoudingsgewijs waren de krijgsverrichtingen ter zee van weinig belang. Slechts enkele zeeslagen van beteekenis werden geleverd, Duitschland deed een poging, Engeland uit te hongeren door zijn duikbooten, welk doel echter niet werd bereikt. Vermelding verdienen de slag bij Coronel, waarin admiraal Von Spee een Engelsch eskader versloeg (November 1914). Een maand later werd hij echter bij de Falkland-eilanden zelf verslagen (8 December). Bij het Skagerrak had 31 Mei 1916 een groote zeeslag plaats tusschen 76 Engelsche en 38 Duitsche slagschepen; deze slag bleef onbeslist maar bracht aan beide zijden groote verliezen. In totaal verdwenen 20 millioen ton handelsschepen naar den bodem der zee door den duikboot- en mijn-oorlog

De oorlog in de lucht

In algemeen traden de luchtstrijdkrachten niet afzonderlijk op. Eenige tochten van Zeppelins naar Engeland gelukten in zooverre dat een aantal bommen op Londen werden geworpen, die verwoestingen teweeg brachten. Meer dan vijftig luchtschepen werden echter door Duitschland verloren.

Politieke invloeden in Duitschland en Oostenrijk

Het waren niet vloeden in alleen de krijgsverrichtingen die de Centralen dwongen tot het sluiten van den vrede. Terwijl eenerzijds in Frankrijk de oude tijger Clemenceau zijn wrok over 1870 trachtte te koelen door inspanning van alle beschikbare krachten en in Engeland een coalitie-kabinet onder Lloyd George het land tot de uiterste krachtsinspanning bracht, werden zoowel Oostenrijk-Hongarije als Duitschland door revolutionnaire woelingen verzwakt. Bovendien deed zich bij de Centralen steeds sterker het gebrek aan oorlogsmateriaal en grondstoffen daarvoor gevoelen. De voedselvoorziening van het leger, zoowel als in bet binnenland liep steeds meer spaak. In Oostenrijk-Hongarije was in 1916 keizer Frans Jozef gestorven en opgevolgd door Karel I. De Tsjecho-Slaven en JoegoSlaven hadden zich kort daarop van het Rijk afgescheurd.

In de groote steden hadden opstanden plaats. Kort na den wapenstilstand met Italië (4 November 1918) werd de dubbelmonarchie gesplitst in de republieken Oostenrijk en Hongarije. Karel I trad af.

De revolutie in Duitschland

In Duitschland hadden sedert. 1917 de militairen de macht in handen na den val van het liberale ministerie Bethmann Hollweg. Na de mislukking van het offensief in het begin van 1918 werd de binnenlandsche onrust steeds grooter. Een parlementaire regeering onder Rijkskanselier Max von Baden werd met medewerking der katholieken en socialisten gevormd. Deze democratiseering kon echter niet beletten, dat op de vloot te Kiel de muiterij uitbrak en de roode vlag werd gebeschen. Vandaar sloeg de revolutie over het geheele land op alle steden over. De keizer en de kroonprins moesten afstand doen van de regeering, prins Max von Baden moest plaats maken voor Ebert, een sociaaldemocraat.

Op 11 November, des morgens om 11 uur teekende minister Erzberger namens de regeering in het bosch van Compiègne in Foch’s spoorwagen de voorwaarden van den wapenstilstand. Te Parijs werden de verdere onderhandelingen voor den vrede gevoerd, waarbij Wilson, Clemenceau, Lloyd George de wetten stelden. Duitschland en Oostenrijk werden niet toegelaten tot de besprekingen.

De Vrede van Versailles

De voorwaarden, door de Entente opgesteld en 9 Mei 1919 aan Duitschland medegedeeld werden, na aanvankelijke weigering, op 28 Juni '19 onderteekend. Behalve al zijn koloniën moest Duitschland afstaan: aan België Eupen en Malmédy, aan Frankrijk Elzas-Lotharingen, aan Denemarken Sleeswijk, aan Polen gedeelten van Pruisen en Opper-Silezië. Danzig werd vrijstaat, het Saargehied kwam tot 1935 onder bestuur van den Volkenbond, waarna bij volksstemming zal worden uitgemaakt, of het bij Frankrijk of Duitschland komt. Als garantie voor de betaling van de opgelegde verplichtingen (→ herstelbetalingen) werd de linker Rijnoever voor 15 jaar bezet door Entente-troepen. Leger en vloot werden aan sterke beperking onderworpen, duikbooten en oorlogsvliegtuigen mogen niet meer worden gebouwd. Elbe, Memel, Oder en Donau werden internationaal verklaard.

Oostenrijk moest Zuid-Tirol en Triest afstaan aan Italië, Galicië werd bij Polen gevoegd; Hongarije verloor zijn randgebieden aan Joego-Slavië, Roemenië en Tsjecho-Slovakije. Zie verder Verdrag van Locarno, Rapallo, Trianon en Sèvres. Op 21 Juni 1919 liet de commandant der te Scapa Flow geïnterneerde Duitsche vloot, die uit 53 oorlogsschepen bestond, deze met opzet zinken.

De eindrekening

Volgens berekeningen heeft de Wereldoorlog in totaal gekost een bedrag v. f 622 765 200 000 waarvan alleen aan oorlogsmateriaal werden besteed f 420 000 000 000

Er sneuvelden rond 10 000 000 soldaten. Wat met deze ontzettende opofferingen werd bereikt, is samen te vatten als: een verarmde wereld, waarin de oude tegenstellingen door nieuwe haat en afgunst en wrok zijn vervangen. Nog altijd zucht de wereld onder een enormen schuldenlast. De groote crediteur van Europa is door den oorlog Amerika geworden, dat evenwel dikwijls moeite had met het innen zijner vorderingen en, omdat het belang heeft bij het bestaan van een welvarend Europa, meermalen uitstel moest verleenen.

< >