Electrisch licht Het is opvallend, hoe weinig onze huisvrouwen over het algemeen nadenken over het feit, dat electriciteit in huis gevaren meebrengt, zoogoed als gas en petroleum. Het is een verkeerde opvatting, te meenen, dat alleen een zware stroom, zooals die bijvoorbeeld in fabrieken wordt gebruikt, voor den mensch levensgevaarlijk kan zijn.
Ook de zwakke stroompjes, waarvan wij ons voor huishoudelijk gebruik bedienen, kunnen noodlottigen invloed hebben, als er op verkeerde manier mee wordt omgesprongen. Hoe zou het toch komen, dat men den electrischen stroom van 100 tot 250 volt, zooals die in het huishouden gebruikt wordt voor onze gloeilampen, waterketels, theepotjes, strijkijzers, ventilatoren, haardrogers, kachels en komforen, als onschuldig en absoluut ongevaarlijk doodverft? Het is toch maar al te waar, dat reeds ontelbaar veel ongelukken, waaronder een respectabel aantal met doodelijken afloop, te wijten waren aan het onvoorzichtig of onoordeelkundig omgaan met „huis-electriciteit”.In de meeste gevallen neemt men er niet veel notitie van, als „de stroom even door je heengaat”. Een lichte schok, een onaangename tinteling in hand of arm, verder gaat het gevoel niet. En onaangename gevolgen heeft het immers nog nooit gehad! Men schrikt even — daarmee uit. En men bedenkt niet, dat op een ander oogenblik een dergelijke aanraking met stopcontact, schakelaar of snoer een catastrophe kan worden! Want als men op het oogenblik, dat „de stroom door je heengaat”, in goedgeleidende aanraking is met de aarde, zoodat de electrische stroom door het menschelijke lichaam zijn weg naar de aarde kan nemen, dan kan ook een betrekkelijk lichte stroom doodelijk zijn. Men vormt een
„goede geleider”, als men in onmiddellijke aanraking is met de aarde, wat in kelderruimten, in sous-terrains, waschkeukens en badkamers dikwijls het geval is. Daarentegen is het veel minder gevaarlijk als men staat op een vloer, die met een kleed, matten of planken is bedekt. Toch kan ook in zulke kamers het aanraken van electrische geleidingen gevaar opleveren als de isoleerende vloerbedekking vochtig is of als men op bloote voeten loopt.
Het electriciteitsgevaar is buitengewoon groot in elk vertrek, waar buizen loopen van gas of waterleiding en wel omdat het buizenstelsel een uitstekenden geleider vormt naar de aarde. Wie dus in zoo’n vertrek iets te maken heeft met electriciteit, moet eraan denken, onder ’t aanraken van stopcontact, stekker of welk onderdeel der geleiding dan ook, met de andere hand geen gas- of waterleidingbuis vast te houden, zich niet te steunen op badkuip of gaskachel. Wie deze voorzichtigheidsmaatregel verzuimt in acht te nemen, verkeert in levensgevaar!
In al deze gevallen speelt de voetbekleeding een voorname rol, want de stroom, die in het menschelijk lichaam dringt, zoekt zijn uitweg naar de aarde door de voeten. Als men in droge schoenen op een drogen vloer staat, is men vrijwel beveiligd tegen „electrische ongelukken”; men voelt den stroom nauwelijks als men met een vinger de geleiding aanraakt. Als men natte schoenen draagt of schoeisel met ijzerbeslag en — wij zeiden het reeds — als men op bloote voeten loopt, vermijde men angstvallig, met een electrische geleiding in aanraking te komen.
Onder de bij-omstandigheden, die een „electrische aanraking" meer of minder gevaarlijk maken, moet in een van de eerste plaatsen worden genoemd de lichamelijke en geestelijke toestand van het menschelijk lichaam op het oogenblik, dat de stroom — wij bedoelen nog altijd een stroom van 100—250 volt — er doorheen gaat. De lichamelijke gevoeligheid voor electriciteit is even ongelijk als die voor andere schadelijke invloeden; de gezondheidstoestand speelt hierbij een voorname rol. Maar even gewichtig in dit geval is de geestestoestand, waarmee wij willen zeggen, dat het van ’t grootste belang is of men voorbereid is op den electrischen schok dan wel of hij bij „verrassing” komt. Want zoo’n oogenblik van schrik kan uiterst noodlottig werken!
Waar electriciteit in huis is, zouden wij de volgende „tien geboden” willen uitvaardigen:
1°. Laat reparaties alleen door vaklui uitvoeren.
2°. Laat de electrische geleidingen zoo hoog aanbrengen, dat ze niet aan beschadiging zijn blootgesteld.
3°. Gebruik alleen losse snoeren (voor schemerlampen, strijkijzers, melkkokers, waterketels, enz.), die zoo buigzaam mogelijk zijn en die op deugdelijke wijze zijn geïsoleerd.
4°. Vermijd het, de snoeren te buigen of te knikken, hang ze niet op aan scherpe haken of spijkers.
5°. Laat stopcontacten en schakelaars zoo hoog aanbrengen, dat ze buiten 't bereik zijn van kleine kinderen.
6°. Zorg ervoor, dat in de badkamer geen schakelaar of stopcontact onder 't bereik is van den persoon, die een bad neemt.
7°. Vermijd zoo mogelijk het aanbrengen van stopcontacten in bad- en waschkamers, in keldervertrekken en op andere gevaarlijke plekken.
8°. Schroef alleen lampen in of uit als de stroom is afgesloten en bekleed geen enkele electrische lamp met gaas, papier of andere licht-brandbare stoffen.
9°. Raak tijdens een onweer de electrische geleiding niet aan.
10°. Schakel bij langere afwezigheid alle electrische apparaten uit.
Gevaarlijke stopcontacten
Het is een feit, dat een ongebruikt stopcontact altijd een groot gevaar blijft voor spelende kinderen, die zoo gauw geneigd zijn om overal met hun vingertjes aan te komen. Twee vingertjes in de schijnbaar zoo onschuldige openingen gestoken en ... er bestaat gróóte kans op een ongeluk, dat de allernoodlottigste gevolgen kan hebben.
Natuurlijk zal elke verstandige moeder haar kleine peuters ernstig verbieden om de stopcontacten aan te raken. Maar nog beter is het, behalve te waarschuwen, tevens met een eenvoudigen stekker de gevaarlijke plek af te sluiten.
Gaskousjes (oude)
Als een gloeikousje van het gaslicht niet meer voor het doel te gebruiken is, moet men het niet wegwerpen. Het vormt n.1. uitstekend poetsmateriaal. Aangemengd met wat water of met een beetje olie tot een pasta gemaakt, leent het zich zeer goed voor het poetsen van metalen.
Gas-hoofdkraan
Moet men 's nachts de hoofdkraan van het gas sluiten? 't Is moeilijk, hierop een juist antwoord te geven, want het openlaten en het sluiten hebben beide hun vóór en tegen.
Als men de hoofdkraan openlaat, blijven alle vlammen, die men vergat uit te draaien, branden.
Mocht een kraantje openstaan zonder dat men het merkt, dan stroomt dus gedurende den nacht voortdurend gas daaruit en de gevolgen kunnen, naar de ervaring heeft geleerd, zeer noodlottig zijn.
Sluit men den hoofdkraan af, dan is ook hieraan een groot gevaar verbonden. Als nl. een kraantje vergeten is dicht te draaien, zal daaruit ’s morgens, zoodra de hoofdkraan weer is geopend, gas ontsnappen. En als zoo’n openstaand kraantje zich toevallig bevindt in een der slaapkamers, zijn ook dan de gevolgen niet te overzien.
Dus — hoe men ook wensche te doen met de hoofdkraan — in elk geval is groote voorzichtigheid ook in dezen een eerste vereischte.
Gaspijpen
Om een lek in de gaspijp te vinden, moet men wat zeepsop langs de verdachte plaats smeren. De zeepbelletjes zullen dadelijk de plaats, waar het lek zit, verraden en tegelijkertijd den omvang ervan. Deze methode is veel beter en minder gevaarlijk dan dat men het lek met een brandende kaars of lucifer zou zoeken. Kan men niet dadelijk iemand krijgen om het lek te soldeeren, en is het onmogelijk de hoofdkraan af te sluiten totdat de reparateur verschijnt, dan doet men verstandig, er zoolang een deegje van zwart versch roggebrood op te leggen en de ramen open te zetten opdat er in elk geval voldoende frissche lucht in de kamer kan stroomen.
Petroleumlampen
Wie nog petroleumlampen brandt, dient er streng voor te zorgen, dat de lampen goed worden schoongehouden. Het lampeglas met den lampewisscher en zachte doeken, de pitten met papier, waarmee men ze afwrijft (vooral nooit afknippen) en de brander met een fijn borsteltje. De peer van de lamp moet op geregelde tijden met warm sodawater worden gereinigd en het koperwerk behandelt men, zooals dat ook met ander koper geschiedt.
Het is zaak, steeds goede kwaliteit petroleum te branden!
Vuile lampepitten kan men uitwasschen in sterk sodawater, goed naspoelen en drogen.
Het springen der glazen is meestal een gevolg van sterke temperatuurswisseling. Dus het glas even verwarmen voordat men de lamp opsteekt.