De ouderwetsche schooltasch heeft in veel gezinnen plaats gemaakt voor den meer practischen, ook meer hygiënischen ransel. En terecht.
Want niet alleen, dat, bij het dragen van een ransel, de kinderen onderweg hun handen vrij hebben, maar (wat nog veel gewichtiger is) zij loopen, met hun ransel op den rug, rechtop, als vanzelf gedwongen, de goede houding aan te nemen, Maar .... ransels hebben, nog meer dan schooltasschen, het bezwaar, dat ze glimmende en kale plekken veroorzaken op jas en mantel. Er bestaat gelukkig een eenvoudig middel om in dit geval de slijtage der kleeren tegen te gaan.Men bekleedt den achterkant van de tasch met een lap van de een of andere wollen stof; bijvoorbeeld met een lapje, dat is overgeschoten, toen de mantel van ’t schoolgaande meisje, de jas van broer, gemaakt werd. Een bekleeding van dun vilt, van een vergeten stukje donker fluweel, van een nog bruikbaren hoek uit een afgedankten damesrok kan natuurlijk evengoed dienst doen. Als de beschuttende lap maar evengroot van oppervlak is als de rugzijde van de boekentasch. Om het geheel een ooglijk aanzien te geven, kieze men de te gebruiken stof van dezelfde kleur als tasch of ransel en bevestige haar, na haar netjes te hebben omgeboord, met onzichtbare steken op het leer.