In veel gezinnen bestaat de slechte gewoonte om kousen — wollen zoowel als katoenen — evenals het linnengoed te wasschen in heet water en met scherpe zeep. Het kan dan ook geen wonder heeten, dat zooveel kousen niet zoozeer door het dragen als wel in de wasch, zóóveel te lijden hebben, dat ze binnen korten tijd onooglijk en onbruikbaar zijn geworden.
Wie zwarte en gekleurde kousen het langst mooi en onbeschadigd van kleur wil houden, moet aan het wasschen de noodige zorg besteden. Om te beginnen moeten gekleurde kousen nooit met zwarte in hetzelfde water worden gezet; men sorteert ze naar hun kleur en zet alle kousen van dezelfde kleur bij elkaar in een aparte teil of emmer. Ze moeten weeken in warm water, waarin een scheutje geest van salmiak is gemengd en kunnen dan als ze daaruit gewasschen zijn — dus zonder dat ze een zeepsop krijgen — in schoon water worden nagespoeld en in de schaduw te drogen gehangen. Op deze manier behandeld, behouden ook kousen van de teerste kleuren in de wasch hun frischheid.Een andere methode om wollen kousen te reinigen is het wasschen in houtzeep. Houtzeep (met een half ons kan men een teil vol kousen wasschen) overgiet men met kokend water en laat ze, goed dichtgedekt, 24 uur trekken. Dan zeeft men het nat en verdunt het met koud water. Als men vreest voor het verschieten van de kleur der kousen, dan voegt men bij dit water nog een scheutje azijn. Hierin wascht men de kousen zoolang tot ze goed schoon zijn (zoo noodig gebruikt men eenige houtzeepsoppen na elkaar) en spoelt ze na in schoon koud water. Als de kousen droog zijn, strijkt men ze aan den verkeerden kant glad.
Als men enkel zwarte wollen kousen te wasschen heeft, kan men lauw water nemen met een scheut geest van salmiak erin. Ook deze moeten in de schaduw gedroogd worden.
Gummi kousen. Dit soort kousen kan men wasschen met een lauw sop van zachte huishoudzeep, waarna men ze afspoelt. In geen geval bijtende middelen gebruiken!
Zijden kousen. Het komt in de meeste gezinnen bijna geregeld voor, dat er zijden kousen gewasschen moeten worden en niet iedere huisvrouw is op de hoogte van dit toch vrij eenvoudige werkje.
Bij de behandeling van zijden kousen behoeft geen verschil te worden gemaakt tusschen echte en kunstzij. Als, ondanks een voorzichtige behandeling, toch gaten in de zij vallen, mag men dat gerust aannemen als een teeken, dat de zij van inferieure qualiteit is of, wat men noemt „verlegen”.
Men moet zich bij het wasschen van zijden kousen (zoo goed als bij het wasschen van zijden kleedingstukken, doeken, sjaals, enz.) aan tien geboden houden.
1°. Werk zoo vlug mogelijk;
2°. Nooit scherpe zeep of bijtende middelen gebruiken;
3°. Geen stijfsel gebruiken;
4°. Niet over de handen wrijven, maar slechts drukken en knijpen;
5°. Nooit wringen! Het water er uitdrukken;
6°. Zijden kousen pas gaan strijken als ze bijna droog zijn, eerst op den verkeerden, daarna op den rechten kant;
7°. Zwartzijden kousen precies zoo behandelen als gekleurde;
8°. Kousen van witte zij, waarvan de voet zeer vuil is (wat dikwijls te wijten is aan het binnenwerk van den schoen) een poosje laten weeken in lauw zeepsop, waarin een beetje borax (ongeveer 1 theelepel voor 1 paar kousen). Daarna de kousen een paar maal wasschen in een lauw sop van Spaansche of Marseillaansche zeep;
9°. Witzijden kousen vele malen naspoelen tot alle zeepdeeltjes verdwenen zijn. Ze worden anders geel;
10°. Zoo noodig witzijden kousen even naspoelen in zeer licht gekleurd blauwselwater.