Het bewaren van de voorraden.
Het is lang niet hetzelfde, hoe en waar wij, huisvrouwen, onze voorraden bewaren, want door nonchalance en onwetendheid kan ook in dezen zoo heel veel bedorven worden!
Thee, koffie en cacao moeten worden weggeborgen in goed sluitende metalen bussen of glazen potten, willen zij hun geur en smaak behouden. En omdat zij zoo licht vreemde Iuchtjes tot zich trekken, moeten ze op een droge, luchtige plaats worden neergezet.
Een stuk kaas, te groot van omvang om het in de kaasstolp te bergen, legt men weg, gewikkeld in een linnen doek, die gedrenkt is in slappe pekel. Zoodra de doek droog is, bevochtigt men hem opnieuw.
Heeft men uien opgedaan, dan kan men die op een drogen vloer, naast elkander uitgespreid, neerleggen. Biedt het huis voor een dergelijke manier van „wegbergen” geen gelegenheid, dan kunnen ze worden bewaard in uiterst poreuze zakjes, die men in de onmiddellijke nabijheid van een open raam ophangt. Is de uienvoorraad groot, dan is de eerste methode aan te bevelen. Kleine porties, die men voor dagelijksch gebruik graag bij de hand wil hebben, kan men in een eiernetje ophangen in de keuken, dicht bij het fornuis.
Citroenen moeten een koel plaatsje hebben. Is er eentje aangesneden, dan legt men hem, met den doorgesneden kant naar beneden, in een schoteltje azijn. Niet alleen de schil, maar ook het sap blijft dan langen tijd bruikbaar.
Meel bewaart men het best in een houten kist. Uit die voorraadschuur vult men telkens den meelpot in de keuken, want de keuken zelf is een buitengewoon slechte verblijfplaats voor meel, omdat dit niet alleen waterdamp, maar ook alle geuren aantrekt. Meel moet op een donkere, luchtige plaats bewaard worden en mag niet zijn blootgesteld aan de inwerking van zonnestralen. Is men gewend, groote voorraden meel op te doen, dan loont het de moeite, de meelkist met zink te laten beslaan en in eenige vakken te verdeden om de verschillende meelsoorten uit elkaar te houden.
Vet mag ook alleen op een koele plaats worden weggezet, in dichtgedekte steenen of porseleinen schotels.
Eieren zet men op het rekje. Om het doorzakken van den dooier te voorkomen, is het goed, ze nu en dan om te keeren, dat wil zeggen nu eens met de punt, dan met het stompe eind naar beneden te zetten.
Zeep moet koel en droog bewaard worden.
Slaolie en petroleum bergt men het best in donkere kasten, daar zij het zonlicht niet kunnen verdragen.