Blikken voorwerpen, die schoongemaakt moeten worden, overgiet men met zeer heet water en wrijft ze met zachte doeken droog. Zijn ze vettig, dan wascht men ze in heet, schuimend zeepsop, droogt ze en poetst ze met fijn krijt.
Zijn de voorwerpen sterk aangeslagen, dan poetst men ze als zilver. Het verdient aanbeveling om keukenzeeven, voordat men ze weer in gebruik neemt, nog af te spoelen met heet water.Taart- en puddingvormen en rijstranden poetst men nooit aan de binnenzijde, maar wascht ze zorgvuldig schoon.