Vele zoogdierensoorten waren reeds vroeg in de geschiedenis van de mens gedomesticeerd en hebben eeuwenlang het mensdom voorzien van melk, vlees, kleding, bescherming, vervoer en gezelschap.
De meeste huisdieren in deze klasse komen voort uit deze gedomesticeerde soorten, en hebben zich reeds aangepast aan het leven met mensen. Zoogdieren reageren over het algemeen meer, zijn intelligenter en gemakkelijker te trainen dan andere huisdiersoorten. In vele gevallen moet hun verzorging een soort relatie omvatten, die als vervanging kan dienen voor de natuurlijke dierengemeenschap, die zij in de loop van hun domesticatie zijn kwijt geraakt.Zoogdieren onderscheiden zich van andere dieren door het feit, dat zij melk produceren om hun levendgeboren jongen te zogen. Het zijn warmbloedige gewervelde dieren (d.w.z. met een ruggegraat), gewoonlijk bedekt met een vacht of met haren om de lichaamstemperatuur te handhaven.
tamme zoogdieren (het houden van )
De meeste mensen hebben het idee dat een huisdier gewoonlijk één of ander zoogdier is, dikwijls een kat of een hond. Het staat vast, dat in 1975 in de Verenigde Staten alleen al meer dan honderd miljoen katten en honden als huisdieren werden gehouden. Talrijke andere zoogdiersoorten worden op grote of kleinere schaal als huisdieren gehouden, waarbij verschillen bestaan in de kosten, de gemakkelijkheid van de verzorging en de algemene geschiktheid.
Honden zijn traditioneel het meest geliefde dierengezelschap van de mens. Er zijn vele rassen en in het algemeen hebben ze alle beweging, training, veterinaire verzorging en menselijk gezelschap nodig. Het grote aantal straathonden en in de steek gelaten puppy’s wijst erop, dat veel mensen het moeilijk vinden om aan deze elementaire behoeften tegemoet te komen. Het bezitten van een hond is een verantwoordelijkheid, die even lang geldt als de levensduur van het dier - soms langer dan 15 jaar.
Katten zijn gemakkelijk te verzorgen doch het is een vergissing te denken, dat ze zich zelf kunnen bedruipen. Alle katten hebben regelmatige en uitgebalanceerde maaltijden nodig, zelfs wanneer ze jagen. Andere aspecten van de verzorging betreffen de behandeling en de training. Tenzij u werkelijk kattejongen wilt, dienen alle (vrouwelijke) katten te worden geneutraliseerd.
Mustelidae/de wezel-famille. De meest voorkomende huisdieren van deze familie zijn de fret en, in Noord-Amerika, de skunk. Voor onervaren houders van huisdieren zijn ze niet aan te bevelen.
Konijnen zijn goede huisdieren voor kinderen. Ze zijn gehard en kunnen buiten blijven onder de meeste weeromstandigheden, mits voorzien van een warm en veilig onderkomen of een hok. Voedsel is eenvoudig en goedkoop. Er zijn vele rassen beschikbaar, die in kleur en grootte van elkaar verschillen. Konijnen zijn bedeesde dieren en moeten zachtaardig worden behandeld.
Knaagdieren behoren tot de gemakkelijkst te verkrijgen en te verzorgen huis-(zoog)dieren. Het zijn goede dieren voor kinderen. Tracht het houden van zich voortplantende paren te voorkomen, tenzij men in staat is een groot aantal dieren te verzorgen.
Vele van de te koop aangeboden kooien zijn te klein. Verschillende soorten zijn geschikt.
Paarden en pony’s zijn van alle zoogdieren die als huisdier worden gehouden, het duurst om aan te schaffen. Voeding en verzorging zijn eveneens kostbaar, en er is veel ruimte nodig voor beweging. Het rijden kan een bijzonder plezierige bezigheid zijn, maar heel veel mensen die overwegen om hun eigen paard of pony te kopen, zouden er beter aan doen, hun sport op een rijschool te beoefenen.
Ezels zijn over het algemeen gehard en beduidend gemakkelijker te onderhouden dan paarden en pony’s, mits ze over voldoende ruimte kunnen beschikken. De meeste zijn vriendelijk en aanhankelijk.
Boerderij-dieren worden gewoonlijk in grote aantallen gehouden om hun produkten, doch families die op het platteland wonen zouden kunnen overwegen om er één of twee als, zij het ongebruikelijke, huisdieren te houden. Geiten zijn misschien het meest interessant, maar evenals met de andere dieren van deze groep, zou niemand hieraan moeten beginnen zonder deskundig advies.
Wilde zoogdieren.
In het algemeen worden maar heel weinig wilde zoogdieren geschikte huisdieren. In vele gebieden is het houden ervan bij de wet verboden. Deskundige verzorging is nodig bij het grootbrengen van een jong dier, en vele wilde zoogdieren zijn, eenmaal volwassen, agressief. Sommige wilde soorten kunnen worden getemd als vrije 'huisdieren’.
tamme zoogdieren (geschiedenis en gebruiksdoel)
De hond is één van de weinige, gedomesticeerde dieren, die tot metgezel van de mens is geworden voornamelijk om de grote waarde die wordt gehecht aan zijn vriendschap en loyaliteit. Algemeen wordt aangenomen, dat er reeds in het Stenen Tijdperk een gedomesticeerd hondenras heeft bestaan in Europa. De Egyptenaren, de Assyriërs, de Grieken en de Romeinen hielden honden als huis- en werkdieren. Tegenwoordig zijn er meer dan 500 verschillende gedomesticeerde hondenrassen, die waarschijnlijk alle afstammen van één of twee soorten voorouders. De grote gevarieerdheid in structuur en uiterlijk bij de verschillende rassen is uniek onder de gedomesticeerde dieren. De mens heeft kunnen profiteren van zijn langdurige associatie met de hond, waarbij hij zich een gewillige en intelligente partner heeft verworven bij het jagen, het bewaken, het speuren en de zelfverdediging.
Honden zijn van nature gezelligheidsdieren en passen zich uitstekend aan bij de mensen-gemeenschap. Het houden van een hond als huisdier is een verantwoordelijkheid die moeite en toewijding vereist, maar de beloning hiervoor is iedereen bekend en maakt de hond tot één van de meest geliefde huisdieren.
Afstamming. Honden zijn carnivoren (vleeseters) en leden van de familie Canidae, die 37 soorten waaronder wolven, vossen en jakhalzen, omvat. De gedomesticeerde hond (Canis familiaris) heeft waarschijnlijk zijn oorsprong ergens in het Midden-Oosten, 10.000-20.000 jaar geleden.
De voorouders van de hond zijn niet bekend, doch er zijn aanwijzingen dat de wolf er één van is en de jakhals, met zijn soortgelijke jachtgedrag, mogelijk de andere.
Het is mogelijk dat verschillende wilde hondensoorten om specifieke redenen op verschillende tijden en plaatsen werden gedomesticeerd.
Domesticatie vond waarschijnlijk plaats toen de vroege mens puppy’s van een wilde troep grootbracht om deze als jachthond te gaan gebruiken.
Vroege afbeeldingen. Honden behoorden tot de eerste dieren die werden gedomesticeerd.
Deze langdurige associatie tussen mens en hond vindt men terug in oude kunstvoorwerpen.
Werkhonden. Vele hondenrassen die nu populair zijn als huisdieren, werden oorspronkelijk gefokt om hun specifieke kundigheden. Honden kunnen worden getraind voor zeer gespecialiseerd werk.
1 St.-Bernard. Reddingswerk.
2 Golden retriever. Eén van de rassen die als geleidehond wordt gebruikt.
3 Husky. Oorspronkelijk gefokt door Eskimo’s om sleden te trekken.
4 Border collie. Bewaken van kudden.
5 Duitse herder. Gebruikt als waakhond en speurhond door de politie.
6 Foxhound. Voor de jacht.
Anatomie van de hond
De moderne gedomesticeerde rassen zijn niet alleen kleiner dan hun wilde voorouders, maar verschillen ook in grote mate in de verhoudingen in de lichaamsbouw, het temperament en hun algemene uiterlijk. Door selectief fokken op grond van de behoeften van de mens, is gedurende eeuwen van domesticatie de structuur van de hondenrassen aanzienlijk veranderd. Bij het fokken kan op bepaalde eigenschappen de nadruk worden gelegd en kunnen enige achteruitgaande tendensen worden gestimuleerd. Dit type van selectie is vaak nuttig bij het ontwikkelen van een gespecialiseerd werkdier, waarbij vorm en fysiek gepaard moeten gaan met een gewillig karakter. Helaas heeft niet alle teelt tot een verbetering van het algemene bestand geleid. Sommige dieren, uitsluitend gefokt om aan shows deel te nemen hebben een zwakke conformatie en vertonen achteruitgaande eigenschappen.
Skelet-structuur. Het effect van de 'verkleining' van de hond is het behoud van proporties die normaal worden geassocieerd met puppy’s of jonge honden.
Tanden. De hond wordt geboren zonder tanden. Na 5-6 weken heeft hij 28 tijdelijke tanden. Na 4 maanden zijn deze vervangen door 42 permanente tanden,
a Snijtanden (12)
b Slagtanden (4)
c Premolaren (16)
d Molaren (10).
Schedeltypen.
Er is geen andere diersoort die zoveel afwisseling in zijn schedelproporties vertoont als de hond. De schedels van de rassen met korte neus verschillen van de rassen met lange neus voornamelijk in de lengte van hun neusbeenderen. Dit bepaalt grotendeels het verschil in gezichtstype tussen bijvoorbeeld een mopshond en een Duitse herder. Rassen met een korte neus zijn mutaties van de oorspronkelijke wilde hondenrassen met lange neus.
Het kiezen van een hond
Elk jaar worden er duizenden honden door hun eigenaars in de steek gelaten. Deze mensen waren dikwijls niet voorbereid op de omvang van de verzorging en de bedragen aan geld die gemoeid zijn met het houden van een hond. Ongelukkige vergissingen kunnen worden voorkomen als er tijd wordt besteed aan het afwegen van de implicaties van het bezitten van een hond en aan het beslissen welk ras het meest geschikt is. Alle honden hebben oefening nodig, zijn misschien duur in voeding en moeten, minstens tot op een minimumniveau, worden getraind. Ook hebben ze alle enige veterinaire verzorging nodig, zoals inentingen. Gelukkig verschillen rassen aanzienlijk in grootte (en dus ook in eetlust), in temperament en in vachttype.
Kies uw hond zorgvuldig opdat u een uiterst gezond en levendig dier krijgt, en koop alleen uit bronnen met een goede reputatie. Hondenfokkers kunnen dikwijls goede raad geven.
Het kiezen van een puppy. Hier volgen enige punten van overweging bij het kiezen van een puppy:
Leeftijd. Vermijd het nemen van puppy’s uit hun nest voordat ze 10 weken oud zijn. Het contact met de moeder, de nestgenoten en mensen is essentieel voor jonge puppy’s. Puppy's die te lang in een kooi in dierenwinkels worden gehouden hebben doorgaans een groot gebrek aan vitaal contact gehad.
Grootte. Vergeet niet dat puppy’s groter worden: probeer er één uit te zoeken die niet te groot wordt voor uw huis of uw beurs (uiteraard een probleem met bastaardhonden, waarvan niet vaststaat wie de ouders waren).
Geslacht. Stel vast aan welk geslacht u de voorkeur geeft. Reuen gaan mogelijk zwerven en vechten; bij teven moet men oppassen voor ongewenste jongen (blz. 56).
Temperament. Om een puppy met een goed temperament te kiezen is het
verstandig om het nest te bezoeken als het 8-10 weken oud is. Kijk naar de puppy's bij het spelen en het voeren: neem beslist geen pup die er agressief of onderdanig uitziet. Let op welke puppy’s zonder angst bij u komen als u hen roept.
Gezondheid. Alle puppy’s moeten door de fokker worden voorzien van een gezondheidscertificaat. Niettemin is het verstandig de puppy voor controle mee te nemen naar een dierenarts en te regelen dat u hem terugbrengt bij ziekteverschijnselen (behalve wormen die bij jonge honden veel voorkomen en gemakkelijk behandeld kunnen worden). Hier volgen enige aanwijzingen voor een ’snelle’ gezondheidscontrole:
1 Ogen moeten helder zijn en glanzen.
2 Oren mogen niet stinken.
3 Let erop, dat de puppy niet hoest.
4 Puppy’s moeten mollig zijn maar niet dik.
5 De vacht moet dik zijn en er niet dof uitzien.
Grootte. Dit is misschien wel de belangrijkste overweging bij het kiezen van een huishond. Niet alleen wordt hierdoor de benodigde ruimte beïnvloed maar ook verschillende andere behoeften.
Kleine rassen zoals de chihuahua hebben minder oefening en voedsel nodig dan grotere rassen. Ze kunnen gemakkelijk in een flat worden gehouden. Het schrille blaffen vormt mogelijk een probleem. Sommige kleine honden zijn zeer nerveus.
Middelgrote rassen zoals de Springer spaniël hebben regelmatig beweging nodig en kunnen beter niet in een stadsflat worden gehouden. Voedselbehoefte is matig. Honden van deze grootte zijn goede huisdieren voor kinderen.
Grote rassen zoals de Deense dog eisen veel voedsel en zijn duur in het onderhoud. Ze hebben veel beweging nodig en kunnen het best worden gehouden op het platteland, of daar waar voldoende ruimte is om hen onder toezicht iedere dag te laten rennen. Het temperament is gewoonlijk goed, maar een zorgvuldige training is zeer belangrijk. Sommige grote rassen hebben een iets kortere levensduur dan de gemiddelde.
Rassen met verschillende grootte.
Sommige honden, met name de poedel, zijn gefokt in variërende maten.
De dwergpoedel moet tot aan de schouder minder dan 28 cm meten; de middenslag is 28-38 cm hoog en de 5 grote poedel is hoger dan 38 cm.
Classificatie van honden
De oorsprong, tijd en plaats, van vele hondenrassen zijn niet bekend. Over de laatste 500 jaar hebben rassen-uitwisselingen tussen het ene en het andere land de verwantschap tussen de verschillende typen nog ingewikkelder gemaakt. De meeste Kennelclubs en verenigingen van beroepsfokkers verdelen de hondenrassen in vijf groepen, die meer dan honderd jaar geleden voor het eerst werden samengesteld. Dit zijn de hounds, jachthonden, terriërs, werkhonden en dameshondjes. Deze verdeling past zeer wel in het kader van het doel van deze officiële organisaties, maar berust in geen enkel opzicht op structurele formatie of de anatomie. Een op de structuur en de fysiologie gebaseerde classificatie werd pas later ontwikkeld door C.L.B.
Hubbard. Deze verdeelt de hondenrassen in zeven groepen: greyhounds, mastiffs, spitz, sheepdogs, spaniëls, terriërs en hounds.
1 Greyhounds. Honden in deze groep werden ontwikkeld voor de jacht en voor honderennen. Hun gestroomlijnde lichaamsbouw stelt hen in staat zeer snel te rennen bij het achtervolgen van hun prooi. Zij vertrouwen in hoge mate op hun uitstekende gezichtsvermogen.
2 Mastiffs. Oorspronkelijk ontwikkeld als oorlogshonden, worden mastiffs tegenwoordig gebruikt als waakhonden of voor reddingswerk. Ze zijn zwaar in gewicht en lichaamsbouw, met grote koppen.
3 Spitz. Deze honden hebben hun oorsprong in de Noordpoolstreken waar zij worden gebruikt voor het trekken van sleden, voor de jacht en voor het bewaken van kudden.
4 Sheepdogs. Ontwikkeld om hun bekwaamheid in het bewaken van kudden, vertonen deze honden aanzienlijke variaties in hun lichamelijke kenmerken. Zij hebben alle scherpe zintuigen en tonen een aanzienlijk aanpassings- en uithoudingsvermogen.
5 Spaniëls. Dit is een grote groep van honden, waarvan de meeste werden gefokt voor de jacht en als retrievers. Zij hebben alle een goede intelligentie. Hun uiterlijk voorkomen vertoont grote variatie.
6 Terriërs. Genoemd naar het Franse woord ’terre’ (aarde), werden de honden uit deze groep getraind om 'de grond in’ te gaan op zoek naar vossen, dassen enz.
De meeste hebben een ruige vacht, zijn taai gebouwd en van nature nieuwsgierig.
7 Hounds worden dikwijls in troepverband gehouden voor de jacht. Ze zijn van middelgroot tot groot en kortharig. Hounds staan bekend om hun uitstekende reukvermogen.
8 Kruisingen en bastaards. In tegenstelling tot de andere hier beschreven groepen, kunnen deze honden niet worden onderscheiden op grond van hun fysieke uiterlijk. Kruisingen zijn het resultaat van het paren van rashonden van verschillende rassen. Bastaards hebben meer gemengde voorouders.