Encyclopedie van huisdieren

R. Midgley (1979)

Gepubliceerd op 15-05-2021

Wilde carnivoren

betekenis & definitie

Het is haast vanzelfsprekend dat de meeste carnivoren uit de vrije natuur niet geschikt zijn als huisdier. In de eerste plaats zijn ze te groot of ze beschikken over sterke jachtinstincten.

Daardoor zijn zij in mensenogen agressief en roofzuchtig. Veel van deze dieren zijn tegenwoordig in ernstig gevaar uit te sterven. Uit drie groepen van deze dieren zouden - wat grootte en gedrag betreft - enkele als huisdier gehouden kunnen worden. De familie Procyonidae (Kleine beren, wasberen); de familie Viverridae (Civetkatten) en de familie Mustelidae (Marterachtigen) worden hier vertegenwoordigd. De eerste vier dieren zijn uit de eerstgenoemde familie. Wasbeer. (Procyon lotor). N.-Amerika; 76 cm; grijsbruin geringde staart, zwart masker bij de ogen; vosachtig uiterlijk; aangepaste voorpoten waarmee het voedsel wordt gewassen voor het gegeten wordt; nachtdier.

Verzorging: De kooi moet 300 cm in het vierkant zijn en voorzien van stevige takken, blokken hout, stenen en nestgelegenheid.

De bodem bestaat uit vochtige grond bedekt met zaagsel.

Hygiëne is zeer belangrijk. Voer verse vis, eieren, koppen van kippen, korsten brood en groentes (geen roodvlees of gekruid voedsel). Nodig is ook een diepe bak met helder water voor het drinken en het wassen van het voedsel. Jonge exemplaren zijn interessant vooral door hun nieuwsgierigheid.

Oudere dieren worden prikkelbaar en lastig. Vóór de aanschaf van een wasbeer zou men hieraan al moeten denken.

Katfret (Bassariscus astutus). Middenen Noord-Amerika; 33 cm; staart 43 cm; grijsbruin, zwart-en-wit gestreepte staart; grote ogen omringd met witte vacht; korte poten; nachtdier in bomen. Verzorging, kooi van hout en gaas minstens 180 x 180 x 150 cm hoog met slaapkist en takken.

Voer hoofdzakelijk vlees (fijngehakt paardevlees, koppen en nekken van kippen, muizen).

Verder beendermeel en vruchten.

Niet overvoeren.

Deze dieren zijn intelligent en nieuwsgierig en verlangen veel aandacht en zorg.

Het blijven nachtdieren. Het temmen gaat heel langzaam.

In het zuidwesten van de Verenigde Staten waar de dieren in het wild voorkomen worden ze als huisdier op boerderijen wel gehouden.

Coati of Witsnuitbeer (Nasua narica). Z.-Amerika; 127 cm (met staart), bruin met witte neus; beweeglijke, lange snuit; gestreepte staart wordt omhoog gedragen; dagdier; erg actief en houdt van gezelschap.

Verzorging. Kooi van hout en gaas 180 x 180 cm en 150 cm hoog met slaapkist, takken en stevig speelgoed.

Het zijn tropische dieren en ze hebben een constante temperatuur boven 18 graden nodig.

Gemengd dieet van fijngehakt vlees, beendermeel, eieren en groene groentes.

Oefening en lichaamsbeweging buiten de kooi zijn nodig.

Jonge dieren zijn erg speels en interessant.

Oudere dieren worden vijandig en kunnen gemeen bijten.

Vermeerdering heeft in gevangenschap wel plaats.

Kinkajoe (Potos caudivolvulus). Midden- en Zuid-Amerika; 91 cm, inclusief lange grijpstaart; goudbruin; lijkt naar vorm en gedrag op een aap; nachtdier in bomen.

Verzorging. Kooi als bij de coati, met takken en slaapkist hoog in een hoekje daarvan.

Zorg dat de kooi niet tocht en constant een temperatuur heeft van 21 graden. Voer vruchten, groentes, eieren, fijngehakt vlees, insekten en volop water. Ze zijn dol op honing en worden daarom weleens ’honingbeertjes’ genoemd. Alle voedsel moet zorgvuldig gewassen worden, omdat de dieren erg gevoelig zijn voor insecticiden.

Kinkajoe’s kunnen goed tam worden, maar het blijven nachtdieren.

Ze hebben veel oefening en beweging buiten de kooi nodig en er wordt wel het een en ander vernield.

Leeftijd ca. 20 jaar.

< >