Wandelende takken en -bladeren behoren tot de orde Phasmida, waarvan er 2000 soorten bestaan in tropische en gematigde streken. Veel soorten zijn groot en hebben een ongewoon uiterlijk.
Ze lijken op takjes of op bladeren. Het zijn allemaal planteneters en ze kunnen gemakkelijk in gevangenschap worden gehouden.Mantodea zijn grote, agressieve insekten die levende prooi als voedsel nodig hebben.
1 Stekelige wandelende tak (Extatasoma tiaratum). Australië, vrouwtje 20 cm; bruin met onontwikkelde vleugels; overdekt met stekels; mannetje 15 cm; bleker dan het vrouwtje en met wel ontwikkelde vleugels.
2 Wandelende tak (Carausius morosus). Azië; 8 cm; lijkt op een droog takje.
3 Didymuria violescens; Australië; 6 cm; groenachtig bruin; slank.
4 Wandelend blad (Pulchriphyllum sp). Azië; 9 cm; groen; afgeplat lichaam en poten; lijkt op een blad.
5 Bidsprinkhaan (Mantis religiosa) .W.Europa, Oost-U.S.A.; 3,8 tot 7,5 cm. De geslachten zijn gelijk, maar het vrouwtje is groter; bleekgroen; voorpoten in karakteristieke ’bidhouding'; aangepast aan het grijpen van de prooi; scherpe stekels op de poten; goed ontwikkelde ogen; lange antennen; slechte vliegers; volwassenen en larven voeden zich vooral met insekten; soms ook agressief tegenover soortgenoten.
Verzorging wandelende takken.
De wandelende takken en -bladeren kunnen het best als eitjes worden aangeschaft. Het zijn geen moeilijke dieren wat de verzorging betreft. De eitjes komen uit bij een temperatuur van 22 graden in vochtig zand in een plastic bus afgedekt met een deksel. Het uitkomen kan wel maanden duren. De larven vervellen vijfmaal voor ze de volwassenheid bereiken. De volwassen exemplaren worden in een aparte kooi gehouden.
Het dier moet over zijn speciale voedselplant kunnen beschikken. Die plant kunnen we in een klein bloempotje in grond of in een flesje met water zetten (zie afbeelding links). De voedselplant is vaak braam, es of klimop. Tweemaal per week wordt de plant ververst. Om een vochtige atmosfeer te scheppen wordt de plant dagelijks besproeid met water. De pot moet vaak worden schoongemaakt.
Men verwijdert het vuil en de eitjes. Temperatuur 20 graden.
Verzorging Bidsprinkhanen.
Deze dieren zijn wat moeilijk te houden omdat ze grote hoeveelheden levende sprinkhanen nodig hebben. Bovendien kunnen ze kannibalistische neigingen vertonen. Bidsprinkhanen kunnen ondergebracht worden op dezelfde manier als wandelende takken. De tak met bladeren, liefst ook met bloemen dienen dan als zitplaats en niet als voedsel. Vrouwtjes kunnen het beste worden geïsoleerd, maar mannetjes kunnen bij elkaar gehouden worden. Voedsel: allerlei vliegen, sprinkhanen, wespen, bijen en nachtvlinders.
