Zeevissen planten zich in een aquarium zelden voort. Zoetwatervissen vermeerderen zich wel in gevangenschap.
Goudvissen en andere koudwatervissen schieten kuit in lente en zomer in een goed beplante vijver. Niet alle eitjes zullen het brengen tot volwassen vissen. Tropische visjes schieten kuit in het aquarium. Er zijn echter ook soorten die levendbarend zijn. De beste methode is een aparte bak in te richten voor een vissepaartje.Het kweken van tropische zoetwatervissen.
Het kweken van levendbarende visjes gaat al heel gemakkelijk. Er moet wel gezorgd worden voor een scheiding tussen de volwassen vissen en het broed. Oat kan met fijnmazig gaas waar de jongen door kunnen, maar de volwassenen niet.
Eierleggende vissen kan men het beste apart houden in een bak met de temperatuur enkele graden hoger dan normaal. Verschillende soorten stellen ook verschillende eisen. De eitjes worden afgezet op stenen of grind. Volwassenen en eitjes kunnen gescheiden worden door gaas. Alle barbelen eten hun eigen eitjes op. Men hangt wei verzwaarde, nylon bordenkwasten op waar de eitjes op worden afgezet.
Vooral oppervlaktevissen zoals Panchax maken hiervan gebruik. Ook worden de eitjes in drijfgroen afgezet (d); b.v. Riccia. Soorten Anabantidae bouwen hun schuimnesten onder drijfgroen. Met uitzondering van cichliden en anabantiden moeten de ouders na het kuit-schieten uit de kweekbak worden verwijderd.
Het voeren van het broed.
Levendbarende soorten kunnen direct na het geboren worden droogvoer krijgen dat fijngemaakt is. Kleine levende ongewervelde diertjes zijn ook goed. Geef de eierleggende soorten infusoriën. Euglena en Paramecium kweekt men zelf in potten met water waaraan wordt toegevoegd : wat gedroogd slablad; droogvoer en een stuk bananeschil. De pot wordt op een warme plaats gezet gedurende twee dagen. Later gaat men op groter levend voer ove.