Muizen hebben reeds zo’n 10.000 jaar onder de mensen vertoefd sinds de mens voor het eerst begon met het opslaan van graan. Sedertdien is op de muis als een schadelijk dier gejaagd, werd hij vereerd als een god, is hij gebruikt voor experimenten in het laboratorium en gehouden als huisdier. ’Schoonheids’-rassen werden voor het eerst in Japan ontwikkeld in de zeventiende eeuw.
Tegenwoordig is in verschillende landen het telen van muizen voor tentoonstellingen een geliefde bezigheid. De bekende witte muis verkeert nu in gezelschap van vele andere variëteiten die verschillen vertonen in kleur, tekening en vachtkwaliteit. In totaal zijn thans een 40-tal verschillende soorten officieel gestandaardiseerd. De meeste wilde muizen zijn niet geschikt als huisdier. Ze lijden vaak aan ziekten, kunnen destructief zijn en worden niet gemakkelijk tam. Hertmuizen en relmuizen worden af en toe wel als huisdier gehouden.Huismuis (Mus musculus).
20 cm met inbegrip van de staart; verschillende kleuren (zie hieronder); lang, slank lichaam; kop lang maar niet tè puntvormig; oren groot en tulpvormig; ogen groot, vrijmoedig en opvallend; staart lang en toelopend in een punt. Levensverwachting 3-4 jaar.
Voorbeelden van variëteiten
1 Witte muis. Mag roze of zwarte ogen hebben. Overige eenkleurige muizen kunnen zwart, blauw, chocoladekleurig, rood, lichtbruin, champagne- of zilverkleurig, of crème zijn.
2 Gebroken tekening. Muizen met tekening zijn wit met een gekleurde tekening, die ongelijkmatig, Hollands, gelijkmatig of geschakeerd kan zijn.
3 Zwart-bruin (Black-and-tan). Bovenkleur is uniform en de buik bruin. (Zoals bij vossen die echter een witte buik hebben).
4 Chinchilla. Parelgrijs gemengd met zwart - een voorbeeld van verschillende soorten met een gemengde kleur die tegenwoordig worden geteeld.
5 Astrex. Met golvende vacht. (Langhaar-muizen worden nu ook geteeld.)
Gedrag.
Muizen zijn van nature timide en hoewel ze kunnen worden getemd, bijten ze als ze bang zijn. Voorzorgsmaatregelen zijn nodig om ontsnappingen te voorkomen. Muizen worden traag als het voedsel schaars is en de temperatuur laag. Van nature zijn het nachtdieren. Veelvuldig schoonmaken van de kooi is noodzakelijk.
Voeding.
Voeding dient voortdurend aanwezig te zijn daar muizen een snelle metabolische cyclus hebben daarbij het gegeten voedsel snel is opgebruikt. Per dag is ongeveer 5 g voedsel nodig. Haver of tarwe en zaden vormen het hoofdbestanddeel van het dieet, tezamen met noten, bruin brood, wat groen en melk. Water moet beschikbaar zijn in een omgekeerde fles.
Hanteren.
Muizen worden tam door hen veelvuldig voor korte perioden op te pakken. Voedsel is aan het begin een goed lokmiddel. De juiste manier om een muis op te pakken is hem te grijpen bij de basis van de staart en hem dan onmiddellijk een andere ondersteuning te geven. Muizen mogen nooit worden geknepen.