De orde Rodentia ontleent zijn naam aan het Latijnse werkwoord voor knagen. Deze bevat ongeveer 3.000 soorten die zich onderscheiden door de aanwezigheid van slechts een enkel paar snijtanden in de boven- en de onderkaak.
Deze typische kleine, knagende dieren worden op alle continenten aangetroffen in vele verschillende klimaatcondities. De meeste hebben aangetoond dat ze goed tot overleven in staat zijn ondanks de vele roofdieren die het op hen hebben gemunt. Snelle reproduktie is de sleutel tot hun succes: handhaving van zo groot mogelijke aantallen en een tijdige aanpassing aan veranderingen in de omgeving. Verschillende soorten knaagdier zijn nu zeer populair als huisdieren. De meeste van deze werden voor het eerst gedomesticeerd voor het gebruik bij experimenten in de laboratoria, waarvoor zij bijzonder knap zijn ondanks hun geringe grootte. Tamme knaag-huisdieren veroorzaken maar weinig problemen voor hun eigenaars: kooien zijn bijna overal verkrijgbaar in dierenwinkels of kunnen door een knutselaar gemakkelijk zelf worden gemaakt.
Voeding is eenvoudig en niet duur; het hanteren is over het algemeen gemakkelijk zodra het dier eenmaal is getemd. Het houden van wilde knaagdieren is een heel andere zaak. Slechts enkele soorten komen in aanmerking.
Aanschaf van een knaagdier.
Knaagdieren zijn verkrijgbaar bij dierenwinkels, bij fokkers en soms bij laboratoria. Vermijd dieren die geleefd hebben onder vuile omstandigheden.
Bekijk vóór het kopen altijd eerst hoe het dier zich gedraagt als hij wordt gehanteerd. Vermijd nerveuze of humeurige dieren. Babyratten komen gewoonlijk op u toe uit nieuwsgierigheid. Muizen, renmuizen (woestijnratten), hamsters en chinchilla's zullen wegrennen. Let erop dat bij dieren voor fokdoeleinden het geslacht op de juiste wijze is vastgesteld.
Tekenen van gezondheid
1 Schone oren, zonder onregelmatigheden.
2 Heldere ogen.
3 Neus vrij van slijm of onregelmatigheden.
4 Vrij in het bewegen.
5 Zachte, zijde-achtige vacht; geen haaruitval.
6 Sterk, stevig lichaam.
7 Geen tekenen van diarree (nakijken onder de staart).
8 Staart zonder onregelmatigheid en niet gezwollen.
Gebit.
Knaagdiertanden zijn geschikt om te knagen. De twee belangrijke snijtanden voorin de boven- en de onderkaak hebben scherpe beitel-randen. Achter de opening (of diastema), bevinden zich de premolaren en molaren met 'maal’-randen. De tanden groeien voortdurend tegen slijtage.
Leidraad voor knaag-huisdieren
1 Muizen. Verschillende typen verkrijgbaar. Van nature timide doch kunnen worden getemd. Kooien moeten dikwijls worden schoongemaakt.
2 Ratten. Tamme ratten zijn, mits ze op de juiste manier worden behandeld, goede huisdieren. Intelligent en speels; leren snel trucjes. Kunnen destructief zijn. (Zie blz. 112.)
3 Woestijnratten. Nieuwsgierig, gezellig en gemakkelijk te temmen. Te houden in paren of in een groep. .Praktisch geen kooi-geur.
4 Hamsters. Van nature nachtdieren. Bijten soms als ze overdag worden gewekt. Moeten regelmatig worden opgepakt om tam te blijven. Moeten afzonderlijk worden gehouden om vechten te voorkomen.
5 Cavia’s/Guinese biggetjes. Dociel maar niet bepaald speels of snel reagerend. Langharige cavia-soorten hebben regelmatige verzorging nodig.
6 Chinchilla’s. Levendig en aantrekkelijk. Werden vroeger voornamelijk om de vacht geteeld. Soms gehouden als huisdier. Duur.