De kenmerkende slanke en puntige snavels van de insekten- en vruchtenetende vogels zijn totaal niet geschikt om zaden te eten. Deze vogels zijn bij vogelliefhebbers erg populair.
Vele worden erg tam. De schamalijster wordt gewaardeerd om de mooie zang en de beo is bekend om zijn imitatievermogen.Deze insekten- en vruchteneters kunnen het best gehouden worden in een beplante volière. Bomen en planten trekken insekten aan en die zijn voor deze vogels waardevol als voedsel. Grit is niet nodig. Wel moet men zorgen dat de vogels dagelijks kunnen baden. De zitplaatsen en de voedselbakjes van de vruchteneters moeten regelmatig goed worden schoongemaakt.
Voor het broeden moeten de vogels in een afzonderlijke volière worden ondergebracht.
1 Japanse nachtegaal (Leiothrixlutea). Z.-China, Himalayagebied; 15 cm; olijfgroen, geel; voedsel: universeelvoer, meelwormen, miere-eieren, groenvoer en fruit, levend voer voor jongen.
2 Schamalijster (Copsychus malabaricus). India; 28 cm; met staart; zwart, kastanjebruin, wit in de staart; in kooi
of per paar alleen in een volière; voedsel: universeelvoer, meelwormen, miere-eieren, regenwormen, maden, fruit, gehakt.
3 Groengevlekte tangara (Tangara guttata). Het noorden van Z.-Amerika; 13 cm; groen, wit, zwarte vlekken; in de winter binnen; voedsel: vruchten en insekten.
4 Roodbuik buul buul (Pycnonotus cafer). India, Sri Lanka, 20 cm; bruin, zwart, wit, rode buik; voedsel: universeelvoer, insekten, vruchten; 6 meelwormen per dag.
5 Witkuifgaai (Garrutax leucolophus). India; 30 cm; bruin, wit, grijs, zwart; luidruchtig; voedsel: universeelvoer, meelwormen, wormen, zaden, fruit.
6 Purperglansspreeuw (Lamprotornis purpureus). W.- en Centraal-Afrika; 23 cm; donkerblauw met purperkleurige of groene waas; voedsel: vruchten, insekten.
7 Heilige beo (Gracula religiosa). ZAzië; 33 cm; zwart, gele lellen; voedsel: universeelvoer, meelwormen, vruchten, groenvoer.