Deze grote familie omvat wel ongeveer 1500 soorten. Tot deze familie behoren ook de geslachten Barbus, Brachydanio, Danio, Labeo en Rasbora.
De belangrijkste centra zijn tropisch Afrika en Zuid-Azië, maar er zijn ook bekende N.-Amerikaanse en Europese soorten (blz. 192-195). Al deze vissen hebben keeltanden en veel soorten hebben baarddraden. Op grond van deze baarddraden heeft men wel getracht het geslacht Barbus in te delen.1 Kegelvlekbarbeel (Rasbora heteromorpha). Z.O.-Azië; 4,5 cm; zilvergrijs met kegelvormige vlek; verzorging als serpa-tetra (blz. 200); zet eitjes af op Cryptocorynes.
2 Zebrabarbeel of rerio (Brachydanio rerio). O.-India; 5 cm; goud/blauwe streep; hard water; 23 graden, vermeerdert zich vlot, maar vreet kuit.
3 Sumatraan (Barbus tetrazona). Z.O.Azië; 6 cm; goudkleurig met zwarte banden en rode vinnen; pH 6 tot 7; 23 graden.
4 Bicolor (Labeo bicolor). Thailand; 12 cm; zwart, rode staart; pH 6-7, 24 graden; volwassen exemplaren agressief.
