Verplaatsen

betekenis & definitie

Werkwoord: verplaatsen, overplaatsen, verzetten, omzetten, verleggen, overleggen, omleggen, verstoeien, verschikken, verschuiven, wegschuiven, verwijderen, verstoten, verstellen, verroeren, versteken, verkeren, verwerken, verhalen, alles over de vloer halen, opbreken, overdragen, overbrengen, verbeuren, sjouwen, versjouwen, verschommelen, vertorsen, verhutselen, versmijten, vergooien, verslaan, uitstoten, vertrekken, aantrekken, hertrekken (Zn.), dringen, verdringen, verduwen, verpotten, verzakken, wijn oversteken, transfereren, transmitteren, transponeren, aan kant zetten, seponeren, aanzuigen.

zich verplaatsen, op zij gaan, schuiven, doorschuiven, omzitten, stuivertje wisselen, zich verroeren, verschieten, verspringen, vergaan, overwaaien, overgaan, verhuizen, verkassen, verplanten, van een kamer afgaan, uitwijken, inwijken, trekken, migreren, emigreren, immigreren.

Naamwoord: plaatsverandering, drang, mutatie, permutatie, razzia, transmissie, translocatie (..katie), telekinese, gesjouw, verhuis, verhuizing, uitwijking, landverhuizing, volksverhuizing, immigratie, emigratie, braindrain, trek, wintertrek, migratie, verhuisdag, verhuisdrukte, verhuiskosten, adresverandering, afkomst.

deportatie, massadeportatie. verhuizer, trekvogel, landverhuizer, emigrant, spijtemigrant, émigré, inwijkeling (Zn.), immigrant, uitwijkeling, landvluchtige, refugié, sjouwer.

aanzuigbuis, balkhaak, kantelhaak, kenterhaak, kantshaak, duivelsklauw, palter, verhuiswagen, tapissière, verhuisbiljet.

Adjectief: verstelbaar, afkomstig uit.

Spreekwoord: oude bomen verplant men niet ; men moet de oude palen niet verzetten; bij het verhuizen is men altijd rijker dan men denkt; driemaal verhuizen kost evenveel als eenmaal brand; verhuizen kost bedstro; verhuizen kost veren.