Werkwoord: iets glad vergeten, geen geheugen van iets hebben, het geheugen van (aan) iets verliezen, ergens niet op kunnen komen, iets onthouden van twaalf uur tot ’s middags, maar onthouden van de twaalve tot de noen, drinken uit de stroom der vergetelheid, afleren, ontleren, verleren, omitteren, weglaten, achterwege laten, iets met een zwarte kool in de schouw schrijven, mijn geheugen speelt mij parten, mijn geheugen laat mij in de steek, kort van memorie zijn, een geheugen hebben als een garnaal (als een konijnestaart).
iem. in het oog hangen, vergeten worden, in het vergeetboek raken, achter de bank raken, in het dak blijven (zitten, steken), iem. uit het geheugen gaan, iem. uit de gedachten gaan (zijn), iem. ontgaan, iem. ontschieten, iem. ontvliegen, iem. door het hoofd waaien, het is mij door het hoofd gegaan, het gaat het een oor in en ’t ander uit, er is niets van blijven hangen, vervloeien, uitslijten, het zal slijten als een kleed, dood bloeden, die zaak is uit de wereld.
Adjectief: vergeetachtig, vergetelijk (Zn.), ongedachtig, geheugenloos, halfvergeten,
doodvergeten, uit het geheugen.
Naamwoord: een kort geheugen, vergetelheid, vergeetboek, omissie, lapsus memoriae, amnesie, geheugenstoornis.
vergeter, vergeetal, een hoofd lijk een vat der Danaïden, zijn hoofd is geen almanak.
Causatief: doen vergeten, aan de vergetelheid prijsgeven, tot de vergetelheid doemen, iets laten doodbloeden, in het zand schrijven, in het doodboek schrijven (Zn.), uitwissen.
Spreekwoord: uit het oog, uit het hart; de doden rijden snel; als de zielmis gelezen is, vergeet men de dode; lange haren, kort geheugen; vrouwen hebben lange haren en een kort geheugen; wie geen hoofd heeft, moet benen hebben.
Gepubliceerd op 20-03-2024
Vergeten
betekenis & definitie