Punten

betekenis & definitie

Naamwoord: punt, snijpunt, aanrakingspunt, ontmoetingspunt, buigpunt, collineaire punten, punten die in een rechte lijn liggen, een willekeurig punt.

Werkwoord: in dezelfde richting lopen, in dezelfde orde geplaatst zijn, op gelijke wijze aaneensluiten, twee aan twee gelijk zijn, evenwijdig lopen (zijn) met (aan), parallel lopen, loodrecht staan op, rechthoekig staan op, zich uitstrekken, doorlopen, samenvallen, elkaar bedekken, volkomen samenvallen, omsloten (ingesloten) zijn, aan het vereiste niet voldoen.

Causatief: een figuur beschrijven, omdraaien, omkeren, omvouwen, verbinden, insluiten, afleiden, onderstrepen, onderlijnen, construeren (kon...), opbouwen, een constructie (konstruktie) uitvoeren.

ruimteconstructie, constructie, werkstuk, grondwerkstuk, grondconstructie.