Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gepubliceerd op 20-03-2024

Pottenbakkerij

betekenis & definitie

Werkwoord: potten bakken, opaliseren (..zeren), klinkeren.

Adjectief: aarden, roodaarden, porseleinen, porseleinachtig, onverglaasd.

Naamwoord: pottenbakkerij, ceramische kunst, ceramiek, keramiek, plateelbakkerij, kleiarbeid, aardewerkfabricage(..kage...), aardewasserij, aardewerkfabriek, plateelfabriek, porseleinfabriek, pottenschuit, aardewerkwinkel, aardewinkel (Zn.), pottenwinkel, pottenkraam.

pottenbakker, potgieter, aardtrapper, aardewerker, plateelbakker, plateelschilder, aardewerkhandelaar, pottenboer, potjesboer, pottenvent, pottenmeid, pottentrien, pottenwijf.

pottenbakkerswiel, pottenbakkersschijf, draaischijf, pottenbakkersoven, biscuit-

oven (biskwie-oven), stamp, soldeerhout, aardewerkschuit, pottenschip, pottenschuit.

potaarde, steenaarde, kneedsel, potklei, pottenbakkersklei, pottenbakkersleem, porseleinaarde, porseleinglazuur.

aardewerk, aardegoed, goed, vaatwerk, vaat, pottengoed, steengoed, gleiswerk, gleiwerk, gleierwerk, gleiergoed (Zn.), grofband, plateelwerk, plateelgoed, plateel, Delfts (Engels, Keuls, Maastrichts, Vlaams) aardewerk, terra-cotta, alcarraza, wedgwood, faïence, roomgoed, jakobagoed, cloisonné, majolica (..ka), porseleingoed, porselein, postelein, glasporselein, kraakporselein, eierschaalporselein, sèvres, seladonporselein, onverglaasd porselein, biscuit (biskwie).

< >