Naamwoord: magnetisme, aardmagnetisme, ferromagnetisme, elektromagnetisme, biomagnetisme, dierlijk magnetisme, diamagnetisme, aantrekking, aantrekkingskracht, aantrekkingsvermogen, paramagnetische stoffen, diamagnetische stoffen, magneetkracht, invloed, influentie, magnetisch veld, krachtveld, veldsterkte, magnetische krachtlijn, isodynamische lijnen, isoclinische lijnen (isokli...), isogonen, magnetisch spectrum, inclinatie (inklinatie), declinatie (deklinatie), polariteit, miswijzing.
werktuigen: magneet, hefmagneet, magneetijzer, magneetstaaf, magneetsteen, staafmagneet, magneetnaald, kunstmagneet, natuurmagneet, elektromagneet, magnetisch magazijn, hoefmagneet, hoefijzermagneet, hoef, lamellen, de benen van een magneet, magnetische polen, magneetpool, noordpool, zuidpool, gewapende magneet, armatuur van een magneet, poolstuk, poolschoen, anker, magneetanker, sluitstuk, neutiale doorsnede (lijn), aequator, magnetische as, magneet, as, magneetpoeder, ijzervijlsel, inclinatienaald (inkli...), declinatorium, inclinatorium, inclinatiekaart (inkli...), kompas, boussole, scheepskompas, stormkompas, hangkompas, rechtwijzend kompas, inclinatiekompas (inkli...), gyrokompas, afwijkingskompas, kompasnaald, naald, ketel, huisje, kompashuisje, kompasbeugel, kompasdoos, uurbord, kompasroos, windroos, roos, kompasstreek, streek, aanwijzing, magnetometer, bifilairmagnetometer, magnetograaf.
Adjectief: magnetisch, paramagnetisch, diamagnetisch, aardmagnetisch,ferromagnetisch, galvanomagnetisch, magnetiseerbaar.
Werkwoord: afwijken, declineren (dekli...), magnetiseren (..zeren), demagnetiseren (..zeren).
Gepubliceerd op 20-03-2024
Magnetisme
betekenis & definitie