Hemellichamen

betekenis & definitie

Naamwoord: hemellichaam, bol, hemelbol, hemellicht, aardbol, centraalzon, zonnestelsel.

zon, dagster, dagvorstin, zonneschijf, middernachtzon, middagzon, lentezon, herfstzon, winterzonnetje, zomerzon, najaarszon, westerzon, ochtendzon, regenzon, noorderzon, zuiderzon, keerkringszon, fotosfeer, granulatie, grana, faculas, zonnefakkel, zonnevlek, umbra, penumbra, protuberans, omkerende laag, chromosfeer, corona, zonnekomeet.

maan, aardsatelliet, zeemaan, maanschijf, maansikkel, sikkel, wachter, zonnewachter, luna, horens van de maan, schijngestalten, maangestalten, lichtgestalten, fase (faze), maanfase, de standen der maan, kwadratuurstanden (qua...), halvemaan, nieuwe maan, donkere maan, kwartierstand, eerste kwartier, volle maan, laatste kwartier, wassende maan, wassenaar, afnemende maan, afgaande maan, ouderdom van de maan, maansouderdom, lunatie, maanlicht, aardschijn, libratie in breedte, libratie in hoogte, dagelijkse libratie, selenografie, maansoppervlakte, maanvlek, maanzee, maanberg, ringgebergte, krater, walvlakte, ril, ravijn, maankrans, maankring, maanring, maanregenboog, kunstmaan, kunstmatige (aard) satelliet, kunstsatelliet, ruimtesatelliet, ballonsatelliet, telecommunicatiesatelliet (..kommunikatie...), spoetnik, maansatelliet.

planetenstelsel, planeet, dwaalster, hoofdplaneet, bijplaneet, satelliet, wachter, trawant, maan, binnenplaneten, buitenplaneten, benedenplaneet, bewegingswetten, planeetbaan, apsidenlijn, apsiden, perihelium, aphelium, aspect (aspekt), Mercurius, Venus, morgenster, fosforus, lucifer, avondster, hesperus, Aarde, Mars, asteroïden, planetoïden, Ceres, Pallas, Juno, Vesta, Astrea, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus.

komeet, staartster, binnenkometen, kern, nucleus, koma, coma, hoofd, staart, kometenstaart, kometenbaan.

meteoor, meteoorsteen, meteoriet, meteoroliet, vuurbol, luchtsteen, luchtmeteoorsteen, aëroliet, dondersteen, donderbeitel, lynxsteen, uranolieten, bolide, vallende ster, verschietende sterren, meteoorregen, sterrenregen, sterrenschot, sintlaurenstranen, meteorietenzwerm, Perseïde, meteoorstof, meteoorijzer, zodiakaallicht.

ster, star, zon, vaste sterren, circumpolairster, niet-circumpolairster, informes, witte ster, gele ster, rode ster, veranderlijke sterren, nieuwe sterren, optische dubbelster, fysische dubbelster, spectroscopische (spektroskopische) dubbelster, meervoudige sterren, sterrengroep, sterrenhoop, sterrenzwerm, gesternte, sterrenhemel, sterrebaan, sterrenlicht, ster van eerste grootte, flonkerster, nevelster, sterrenbeeld, gesternte, constellatie (kon...), configuratie (kon...), Beker, Kleine Beer, Poolster, Noordpoolster, Noordster, leidster, tramontane, Cepheus, Draak, Cassiopeia, Giraffe, Grote Beer, Grote Wagen, Beerwagen, Hellewagen (Zn.), Voerman, Jachthonden, Lier, Zwaan, Hagedis, Andromeda, Perseus, Algol, het hoofd van Medusa, Wagenman, Lynx, Kleine Leeuw, Haar (Hoofdhaar) van Berenice, Boötes, Arcturus, Berenhoeder, Ossendrijver, Noordelijke Kroon, Noorderkroon, Hercules, Vosje, Pijl, Dolfijn, Driehoek, Ram, Weer, Stier, Zevengesternte, Zevenster, Pleiaden, Tweelingen, (Castor en Pollux), Kleine Hond, Kreeft, Leeuw, Regulus, Kleine Paard, Grote Paard, Pegasus, Vissen, Arend, Adelaar, Schorpioen, Schutter, Steenbok, Wagenman, Centaur, Eenhoorn, Walvis, Mira, Eridanus, Orion, dagster, het Zwaard van Orion, Grote Hond, Sirius, Hondsster, Waterslang, Weegschaal, Maagd, Zuiderkroon, Zuiderkruis, Zuidervis, Regengesternte, Slangendrager.

nevelvlek, ringvormige nevelvlek, nevelsluier, nevelhypot(h)ese, melkweg, kaapwolken, aardlicht, dierenriemlicht, poollicht, noorderlicht, zuiderlicht, zuidpoollicht, regenboog, weerhoofd, krans, halo, bijzon, bijmaan, parhelium.

opgang, opkomst, zonsopgang, ondergang, zonsondergang, zonsazimut, zonsdeclinatie (..deklinatie), zonnestandshoogte, zonnestilstand, zonnestand, solstitium, zonnewende, winterzonnestilstand, zomerzonnestilstand, noorderkeerkring, zuiderkeerkring, evening, dag- en nachtevening, aequinoctium, equinox, nachtevening, equinoctiaalpunten, nachteveningspunt, lentenachtevening, lenteëvening, voorjaarsnachtevening, herfstnachtevening, herfstevening, wintersolstitium, hemelasquator (..ekwator), zonsafstand, zonshoogte, zonnemeridiaanshoogte, digressie, verwijdering, verwijderingshoek, elongatie.

maanbaan, maanloop, maansomloop, knopen, klimmende knoop, drakenkop, dalende knoop, drakenstaart, knooplijn, apogeum, apex, perigeum, maansafstand, siderische maand, drakenmaand, siderische dag, maancirkel, maanwijzer, epacta.

sterrenloop, planeetloop, hemelloop, sterrenstroming, sideratie, conjunctie (konjunktie), benedenste -, bovenste -, oppositie, tegenoverstand, morgenafstand, emersie, emersiehoek, doorgang, passagepunt, aswenteling, omloopstijd, synodische omloopstijd, siderische tijd, siderische omloopstijd, siderisch jaar, planeetjaar, maandloop.

verduistering, eclips (eklips), immersie, emersie, occulatie (okkul...), schaduwkegel, kernschaduw, bijschaduw, maansverduistering, maaneclips, ringvormige maansverduistering, zonsverduistering, zoneclips, totale zonsverduistering, partiële -, ringvormige -, schaduwbannen.

Adjectief: zonnig, solair, lunarisch, selenietisch, astraal, sideraal, siderisch, gestemd, interstellair, interplanetair, kometarisch, equinoctiaal (ekwinoctiaal), rechtlopend, teruglopend, heliocentrisch, geocyclisch.

Werkwoord: opdagen, opkomen, opgaan, ter kimme uitrijzen, aan de hemel staan, lopen, ondergaan, culmineren (kulm...), de maan is aan het afnemen (krimpen), de maan ligt op zijn gat (rug), verduisteren, eclipseren (eklip...), de dagen worden langer, de dagen lengen, de dagen worden korter, de dagen korten, de dagen gaan maar open en toe (Zn.).

Spreekwoord: met half Maart moet het wiel van de haard.