Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gepubliceerd op 20-03-2024

Gevangenschap

betekenis & definitie

Adjectief: arrestabel, gevangen, gevankelijk, captif, gedetineerd, afkoopbaar.

Werkwoord: de mug vliegt al om de kaars, op heter daad betrapt zijn, er gloeiend bij zijn, er aan zijn, bakker-an zijn, in de val lopen, met de politie in aanraking zijn, met de politie kennis maken, in de handen van de politie vallen, gesnapt zijn, hangen, er bij zijn, er in vliegen, binnen zijn, beest zijn, de muis is in de val, als ratten in de val zitten, de vogel is in de knip (is geknipt), de vis is aan de hoek, hij is aan de haak, de dief is (zit) pal (Zn.), zich in arrest begeven, de kas ingaan, met Farao's bokken weggaan, in de gijzeling zitten, vastzitten, in de kas zitten, in de doos zitten, gevangen zitten, zitten, in het droge zitten (Zn.), in arrest zitten, achter de grendels zitten, er achter zitten, achter de tralies zitten, achter slot en grendel zitten, tussen vier muren zitten, in het gat zitten, in het kot zitten, in de knip zitten, door een ijzeren bril zien, achter de Zweedse gordijnen zitten, zo vrij zijn als een luis op de kam, uit de rijksschotel eten, drie... jaren cellulair hebben, de drie h’s op de rug hebben, brommen, vastblijven, zijn straf afzitten, uitzitten, zijn tijd uitbrommen.

Naamwoord: afkoopbaarheid, gevangenschap, celstraf, gevangenisstraf, detentie, dwangarbeid, gevangeniswezen, gevangenisonderwijs.

gevangenenkamp, strafkamp, concentratiekamp (kon...), gijzelplaats, gijzelkamer, arrestantenhok, arrestantenkamer, amigo (Zn.), kortegaard, kas, gevangenis, gevangenhuis, gevangenhok, nummer elf, strafgevangenis, gevang (Zn.), giool (Zn.), huis van bewaring, huis van arrest, blokhuis, blokgevangenis, celgevangenis, werkhuis, tuchthuis, verbeterhuis, verbeteringsgesticht, verbeteringsschool, observatiehuis, rijksopvoedingsgesticht, gesticht, strafinrichting, strafkolonie, tuchtschool, doorgangshuis, passantenhuis, kolonie, kerker, cachot, kast, bak, viool (Zn.), hok, boevenhok, petoet, stok, nor, gribes, kerkerhol, muit (Zn.), steen (Zn.), logement, pensionaat, prison, toren, tower, belfort, spinhuis, rasphuis, bastille, bagno, oubliette, verlies, pistole, cel, driepersoonscel, vrouwencel, celstelsel, cellulair stelsel, kerkerpoort, kerkerdeur.

kneveltouw, boei, keten, kluister, handboei, handijzer, bracelet, manchet, voetboei, voetkluister, voetblok, hielring, beenijzei, paternoster, gevangenwagen, celwagen, celrijtuig, boevenwagen, dievenwagen, chocoladewagen, celauto, gevangenispak, gevangeniskleren, boevenpakje, dwangbuis, celkap, zotkapotje (Zn.).

gegijzelde, gevangene, gearresteerde, arrestant, medegevangene, celgenoot, staatsgevangene, tuchtboef, dwangarbeider, kolonist, gewoontemisdadiger.

tuchtmeester, gevangenbewaarder, stokbewaarder, kerkervoogd, kerkerwachter, deurwachter, kastelein, cipier, conciërge, Cerberus, politie.

Causatief: achtervolgen, iem. schaduwen, achterhalen, de zee van rovers zuiveren, de zee schuimen, iem. aanhouden, iem. te pakken krijgen, iem. van het bed lichten, iem. erin draaien (luizen), iem. bij de kraag grijpen, iem. vangen, iem. op iets betrappen, iem. op heter daad betrappen, iem. op het feit betrappen, iem. op de mat komen, attraperen, trapperen, hebben, de hand op iem. leggen, aan iem. de hand slaan, gevangenmaken, gevangennemen, grijpen, vatten, pakken, oppakken, hechten, vasthouden, gijzelen, iem. in gijzeling houden (stellen), zich van iem. verzekeren, iem. in verzekerde bewaring nemen, iem. uit de circulatie nemen, iem. in arrest nemen (houden), arresteren, captiveren.

een gevangene binden, boeien, iem. in boeien slaan (klinken, kluisteren), iem. de manchetten aandoen, iem. knevelen, iem. ketenen, kluisteren, kloosteren, iem. in de kluisters slaan, iem. de kluisters aanleggen, iem. paternosteren, iem. oppikken, iem. opbrengen, iem. opleiden, iem. wegbrengen, iem. achterafbrengen, iem. naar ’t bureau brengen, van de vrijheid beroven, de h’s aan iem. meegeven, iem. inrekenen, iem. bezorgen, iem. gevangenzetten, vastzetten, iem. bankvast zetten, iem. in de toren zetten, achter de grendels zetten, achter het slot (de tralies) zetten, iem. er achter draaien, iem. in de pot zetten, iem. in het gat werpen (smijten), iem. kameren, kerkeren, cachotteren, een gevangene bewaken, achterhouden, detineren.

iem. in de handen der politie leveren, iem. uitleveren, zich gevangen geven, zich overgeven.

boevenjacht, vrijheidsbeneming, vrijheidsberoving, aanhouding, beslag, gevangenneming, inhechtenisneming, hechtenis, oplichting, inverzekeringstelling, verzekering, gijzeling, arrestatie, captuur, arrest, voorlopig arrest, voorarrest, huisarrest, gevangenis, kerkering, sekwestratie (sequest...), reclusie, incarceratie, gevangenhouding, uitlevering, inhechtenisstelling.

aanhoudingsprijs, aanhoudingspremie, bezoekdag.

Spreekwoord: hij en is niet geheel vrij, die nog een stuk van zijn banden nasleept.

< >