Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gepubliceerd op 20-03-2024

Aardrijkskunde

betekenis & definitie

Naamwoord: aardrijkskunde, aardbeschrijving, aardrijksbeschrijving, geografie, handelsaardrijkskunde, geoplastiek, aardmeetkunde, geodesie, triangulatie, aardmeting, landbeschrijving, terreinbeschrijving, terreinkennis, agrogeologie, agrobiologie, geomorfologie, terreinopneming, landkunde, bodemkunde, bodemonderzoek, bodemexploitatie, zeekunde, waterbeschrijving, oceanografie, windt(h)eorie der zeestromen, antropografie, antropogeografie, geopolitiek, biogeografie, land- en volkenkunde, kaartbegrip, lengtemeting, longimetrie, breedtebepaling.

halfrond, wereldrond, hemisfeer, noorderhalfrond, zuiderhalfrond, oostelijk halfrond, westelijk halfrond, landhalfrond, zeehalfrond, de dagzijde der aarde, afplatting, pool, noordpool, aspunt, zuidpool, zuideras, gordel, aardgordel, zone, tropische aardgordel, gematigde -, koude -, regengordel, neutrale zone, evenaar, evennachtslijn, middellijn, equator (ekwator), equatoriaalshoogte (ekwa...), linie, keerkring, keerkringslijn, keerkringsgordel, aardpool, ijskap, poolkring, poolcirkel, polaire grenzen, noorderkeerkring, kreeftskeerkring, noordpoolcirkel, zuiderkeerkring, steenbokskeerkring, zuidpoolcirkel, schemeringsgordel, schemeringscirkel, lengtecirkel, hete luchtstreek, gematigde -, koude -, middagcirkel, middaglijn, meridiaan, nulmeridiaan, lengtegraad, graad, geografische lengte, longitude, oosterlengte, westerlengte, breedtecirkel, breedtekring, breedtegraad, graad, geografische breedte, latitude, noorderbreedte, zuiderbreedte, geocentrische breedte, agone, datumgrens.

natuurwerking, natuurvoortbrengsel, natuurmonument, natuurwonder, natuurtafereel, natuurtoneel, biosfeer, natuurreservaat, tegenvoeters, omwoners, tegenwoners.

werktuigen: aardbol, aarglobe, reliëfglobe, armillaarsfeer, georama, kaart, een platte kaart, reliëfkaart, wereldkaart, mappemonde, bodemkaart, landkaart, zeekaart, graadboek, waterkaan, stroomkaan, rivierkaart, regenkaart, bergkaart, terreinkaart, terreinschets, terreintekening, blokkaart, strookkaart, stafkaart, situatiekaart, spinnewebkaart, stedenwijzer, wegenplan, wegennet, wegwijzer, bevolkingskaart, blinde kaart, bijkaart, schaal, mijlschaal, legende, graadnet, kaartenblad, atlas, zeeatlas, zakatlas, schoolatlas, kaartenstandaard, aardmeter.

aardrijkskundige, aardbeschrijver, aardrijksbeschrijver, geograaf, zeekundige, oceanograaf, pointeur, bodemkundige.

Adjectief: aardrijkskundig, geografisch, polair, longitudinaal.

Werkwoord: in kaart brengen, kaarteren, op de kaart aangeven, een kaart aanleggen, een kaart tekenen, pointeren.

inkaartbrenging, luchtkartering (..cart...), bodemkartering, bergtekening, projectie (..jektie), kaartprojectie, kegelprojectie, geomontografie, typometrie.

Vasteland

Naamwoord: vasteland, land, bodem, aarde, aard, aardformatie, de begane grond, terra, de vaste grond, continent (kon...), werelddeel, noorderwerelddeel, zuiderwerelddeel, wereldstreek, de oude wereld, de nieuwe wereld.

poolgewest, poolstreek, poollanden, noordpoolgebied, noordpoolland, noordpoolgewest, de noord, het noorden, zuidpoolgebied, zuidpoollanden, zuidpoolgewest, de zuid, het zuiden, de oost, het oosten, oostland, morgenland, oriënt, levant, de west, het westen, weststreek, avondland, occident, kuststaat, kuststreek, kustland, kustgewest, kustvlakte, waterland, keerkringsgewest, keerkringslanden, geaccidenteerd terrein, binnenland, buitenland, buurland, grensland.

grondgesteldheid, bodemgesteldheid, bodemmoeheid, bodemprodukten (..ducten).

Adjectief: continentaal (kon...), overzees, arctisch (arktisch), antarctisch (antarktisch), morgenlands, avondlands, intereuropees.

< >