Tribūtum - 1) de belasting, volgens het belastbaar vermogen (ex censu) door rom. burgers te betalen, wanneer de staat geld noodig had, b.v. tot het voeren van een oorlog, en die teruggegeven werd, wanneer de middelen daartoe aanwezig waren,
b.v. uit de oorlogsschatting van overwonnen vijanden. Deze belasting werd oorspronkelijk slechts geheven van res mancipi (z. a.), totdat
Appius Claudius (Claudii no. 5) als censor het geheele vermogen tot grondslag voor de belasting aannam. Het tributum simplex was 1 per mille, duplex 2 p. m.; het hoogst bekende is triplex. Sedert de verovering van Macedonia in 167 werd het tributum tijdens de republiek niet meer uitgeschreven; slechts éénmaal komt het vóór, tijdens het consulaat van Hirtius en Pausa, in 43. Een paar malen wordt er, in tijden van grooten nood, van een tributum temerarium gesproken, waarbij ieder inbrengt, wat hij te missen heeft.—2) de directe belasting in de provinciën Asia (van de lex Sempronia tot Caesar) en Sicilia, een soort grondbelasting, tributum soli of agri. Ook het stipendium der andere provincies wordt wel eens tributum genoemd.