Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Tribus.

betekenis & definitie

Tribus. - Evenals φυλή bij de Atheners, heeft ook tribus bij de Rom. eene dubbele beteekenis. Vooreerst wordt het woord gebezigd van de drie stamtribus, waaruit de rom. staat schijnt ontstaan te zijn: Tities of Titienses (deze worden altijd voorop genoemd), Ramnes of Ramnenses, Luceres of Lucerenses.

Zie echter Tities. Na de indeeling van het rom. gebied door Servius Tullius in tribus en regiōnes krijgt het woord eene plaatselijke beteekenis.

De namen der vier tribus urbānae (binnen Rome’s muren) waren: Suburāna, Esquilīna, Collīna, Palatīna. De namen der regiones, bij analogie tribus rusticae geheeten, die volgens de overlevering in 505 bestonden, zijn: Aemilia, Camilia, Cornelia, Fabia, Galeria, Horatia, Lemonia, Menenia, Papiria, Pollia, Pupinia, Romilia, Sergia, Veturia, Voltinia.

Het aantal regiones, 26 onder Servius Tullius, was dus verminderd, men kan aannemen door afstand van grondgebied aan Porsēna. Uit de overeenkomst van verschillende namen met nomina gentilicia mag men ook tot samenhang besluiten; zoo zalb.v. in de tribus Aemilia het grondbezit der gens Aemilia hebben gelegen. Allengs kwamen er weder nieuwe tribus bij: in 504 als 20ste de tribus Claudia, sabijnsch, ten N. van den Anio,—in 495 als 21ste de tr. Crustumīna, de eerste die een plaatselijken naam droeg naar de oude latijnsche stad Crustumerium,—in 387 in Zuid-Etruria de vier tr. Stellatīna om Falerii, Tromentīna, Sabatīna om Sabate en Arnensis aan het riviertje Aro, dat uit het meer Sabate stroomt en bij Fregenae in zee uitmondt (dit zijn de eerste tribus, waarvan de stichting historisch vaststaat),—in 358 in het volscische land Pomptīna rondom Antium en Publilia (Poplilia),—in 332 in Noord-Latium Maecia en Scaptia,—in 318 Falerna (in den ager Falernus in Campania) en Ufentīna aan den Ufens in Latium,—in 299 Aniensis, rondom Tibur en Praeneste, en Terentīna, ook in het aequisch gebied, in 241 Velīna in het sabijnsche land om Reāte, en als 35ste Quirīna om Cures, v. s. echter zonder afgebakende grens, als algemeene tribus met het oog op latere inlijvingen. Bij deze 35 is het gebleven. Toen na den marsischen oorlog Italia het burgerrecht kreeg, werden de nieuwe burgers oorspronkelijk bij 8 der bestaande tribus ingedeeld. Zoo behoorden de steden Hadria, Neapolis en Brundisium tot de tribus Maecia, die haren naam droeg naar het vlek Maecium bij Lanuvium. Reeds in 87 (z. Corneliae leges van
L. Cornelius Cinna) werden echter de nieuwe burgers over alle tribus verdeeld. De tribus rusticae stonden meer in eere dan de urbanae; vrijgelatenen werden dan ook gewoonlijk alleen in de laatste ingeschreven. Om stemrecht te hebben moest men in eene tribus ingeschreven zijn (zie aerarii), ook om eene tessera frumentaria te bekomen (zie annōna).

< >