Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Tlepolemus

betekenis & definitie

Tlepolemus - Τληπόλεμος, 1) zoon van Heracles en Astyoche, doodde zijn oom Licymnius, hetzij bij ongeluk of met opzet, en vluchtte naar Rhodus, waar hij Lindus, Ialysus en Camīrus stichtte. Later nam hij deel aan den tocht tegen Troje, waar hij door dapperheid uitmuntte, maar door Sarpēdon gedood werd.—2) adellijk Macedoniër, werd in 325 door Alexander tot stadhouder van Carmanië benoemd en maakte zich in zijne provincie zoo bemind, dat Antigonus zelfs het niet waagde hem aan te vallen, hoewel hij een bondgenoot van Eumenes was geweest.

< >