Theodosius - (Flavius), 1) Hispaniër van geboorte, werd door keizer Valentiniānus I in 367 na C. naar Britannia gezonden, dat gedeeltelijk in opstand was. Hij versloeg de Britten, dreef de Schotten in hun bergland terug en herstelde den wal van Agricola of van Hadriānus.
Later dempte hij nog een opstand in Africa (373), die echter opnieuw uitbarstte, waarop Theod. hem andermaal, thans met groote gestrengheid, onderdrukte. In 376 werd hij vermoord, op last van keizer Gratiānus, die hem haatte.—2) Theodosius I of de Groote, rom. keizer 379–395 na C., in 346 te Cauca in Hispania geboren, zoon van no. 1.
Nog jong vergezelde hij reeds zijn vader op diens tochten naar Britannia en Africa en leerde onder hem de krijgskunst. In 378 zond Gratiānus hem naar Thracië tegen de Gothen en in 379 nam hij hem tot medekeizer aan.
Bij herhaling versloeg Theod. de Gothen. In 380, na eene ziekte, nam Theod. in zijne residentie Thessalonīca het Christendom aan.
Hij kon niet verhinderen dat Gratianus in Britannia vermoord en Maximus (z. a.) tot keizer werd uitgeroepen; hij erkende dezen zelfs als medekeizer, doch toen Maximus aan Gratianus’ zoontje Valentiniānus II Italië wilde ontnemen (387), zond Theod. den Frank Arbogastes tegen hem af; Maximus werd verslagen en ter dood gebracht (388). Theod. stelde nu den 17-jarigen Valentinianus II tot keizer over het geheele Westen aan, begaf zich in 389 als diens voogd naar Rome, waar hij het heidendom met geweld onderdrukte, en strafte in 390 met gruwzame wreedheid den moord, te Thessalonīca in een oproer op een zijner bevelhebbers gepleegd, eene daad, waarvoor bisschop Ambrosius van Milaan den keizer den toegang tot de kerk belette en waarover Theod. zelf groot berouw had.
In 392 werd Valentinianus door Arbogastes vermoord en Eugenius in het W. op den troon geplaatst. Met zijne voortreffelijke veldheeren Stilicho, een Vandaal, en Gaenas, een Goth, versloeg Th.
Arbogastes en Eugenius bij Aquileia (394), Eug. werd ter dood gebracht, Arb. sloeg de hand aan zichzelf. In 395 stierf Theod. te Milaan.
Het rijk kwam nu aan zijne beide zonen, Arcadius en Honorius, en door den twist van beider ministers, Rufinus en Stilicho, kwam nu feitelijk een deeling van het rijk tot stand, die op den duur den ondergang van het West-Romeinsche rijk ten gevolge heeft gehad.—3) Theodosius II, zoon van Arcadius en dus een kleinzoon van no. 2, volgde in 408, slechts acht jaar oud, zijn vader op, onder regentschap van den veldheer Anthemius, die de invallen der Hunnen afweerde. De zuster van den jongen keizer, Pulcheria, eene vrome en geleerde vrouw, nam diens opvoeding ter hand, zijn zwak karakter was oorzaak, dat hij feitelijk zijn leven lang onder hare voogdij bleef.
Zijne regeering werd gekenmerkt door voortdurende godsdiensttwisten, ongelukkige oorlogen met de Vandalen in Afrika, opstanden in Palaestina en Syrië en een zware brand te Constantinopel. In 438 had de plechtige afkondiging plaats van den codex Theodosiānus, eene verzameling van wetten en verordeningen sedert Constantijn den Gr.
De keizer huwde in 421 met Athenais, als Christin gedoopt met den naam Aelia Eudocia, z. Athenais no. 2; ’s keizers dochter Eudocia werd in 437 de bruid van Valentiniānus III, keizer van het W., den zoon van Constantius en Placidia.
Theodosius II stierf in 450, na zich eenige jaren van te voren van zijne vrouw te hebben laten scheiden en na in zijne laatste regeeringsjaren veel last te hebben gehad van de invallen van Attila, den Hunnenvorst. Na zijn dood werd Pulcheria tot keizerin uitgeroepen, die tot 454 leefde, kloosters en kerken stichtte en haar geheele vermogen aan de armen vermaakte.
In 453 huwde zij in het belang van het rijk—doch zonder de vroeger door haar afgelegde gelofte van kuischheid te schenden—met Marciānus, een Thraciër, die tot 457 regeerde, en een wakker en beleidvol man was.