Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Pyrrhus

betekenis & definitie

Pyrrhus - Πύρρος, 1) = Neoptolemus .—2) koning van Epīrus, die van Achilles beweerde af te stammen. Na veel strijd kwam hij in 307 aan de regeering, na vijf jaar werd hij echter bij een opstand verjaagd, hij ging naar Demetrius Poliorcētes, streed dapper in den slag bij Ipsus, ging daarna naar Alexandrië, waar hij met een stiefdochter van Ptolemaeus I trouwde, en keerde, door zijn schoonvader met geld en troepen ondersteund, naar zijn land terug, eerst na den dood van Neoptolemus (no. 3) kreeg hij echter weder de regeering over het geheele rijk (296). Nu trachtte hij zijn gebied uit te breiden door verovering van de naburige landen, zelfs van Macedonië; hij vond steun bij de vijanden van Demetrius, en inderdaad werd hem na den val van dezen (287) de kroon aangeboden, maar zij werd hem weldra ontnomen door Lysimachus, tegen wien hij zelfs Epirus verdedigen moest.

Vol vreugde gaf hij daarom gehoor aan de uitnoodiging der Tarentijnen, die zijne hulp tegen Rome inriepen, en hopende door dezen oorlog vergoeding voor het verlies van Macedonië te vinden, ging hij met een groot leger naar Italië (281). Hij versloeg de rom. legers bij Heraclēa (280) en bij Asculum (Ausculum, 279), maar intusschen leed hij op zijn beurt onherstelbare verliezen, van de Tarentijnen kon hij alleen door de uiterste strengheid eenige medewerking krijgen, de waardige en heldhaftige houding der Rom. boezemde hem eerbied en vrees in, en eindelijk begon P. aan het slagen zijner onderneming te wanhopen. Hij verliet daarom Italië (278), waar hij echter zijn zoon Alexander met een leger achterliet en ging naar Sicilië om Syracuse tegen de Carthagers te helpen; overal met vreugde ontvangen, dwong hij de vijanden het beleg van Syracuse op te breken en ontnam hij hen hun geheel gebied op Sicilië behalve Lilybaeum, maar toen het hem niet gelukte hen ook van daar te verdrijven, begonnen de Siciliërs te wankelen, en toen P. toebereidselen maakte voor een landing in Afrika, brak er zelfs een opstand tegen hem uit en sloten vele steden zich weder bij de Carthagers aan.

Nogmaals door de Tarentijnen dringend te hulp geroepen, greep hij gretig deze gelegenheid aan om uit zijn moeilijken toestand bevrijd te worden, hij ging naar Tarentum, maar werd door M’. Curius Dentātus v.s. bij Beneventum, v.a. in Arusinis Campis in Lucania verslagen en tot den terugtocht genoodzaakt (275). In zijn land teruggekeerd, deed hij plotseling een aanval op Macedonië, en het gelukte hem spoedig een groot deel er van onder zijne macht te brengen, maar op uitnoodiging van den Spartaan Cleonymus liet hij zijne veroveringen daar varen en keerde hij zich naar de Peloponnēsus.

Een aanval op Sparta mislukte, en toen P. op den terugtocht Argos wilde bezetten en de troepen van Antigonus Gonātas en van de Spartanen te gelijk met hem in de stad drongen, ontstond er een hevig straatgevecht, waarin P. een dakpan of een steen op het hoofd kreeg, neerviel en afgemaakt werd (272). Hoewel hij om zijn persoonlijken moed, zijn ridderlijk karakter en zijn ijver, ja zelfs om zijn uiterlijk, dat aan Alexander d. Gr. herinnerde, hij zijne troepen zeer bemind was, had hij door gemis aan volharding geen zijner ondernemingen tot een goed einde gebracht.

Hij was de schrijver van eenige werken over krijgskunde, die verloren gegaan zijn.

< >