Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Psarus

betekenis & definitie

Psarus - Ψάρος, rivier in Cilicië, ten O. van Tarsus. Ψηφίζεσθαι, stemmen door middel van steentjes

(ψῆφοι), die in een urn (ὑδρία) geworpen werden,
doch dikwijls in het algemeen voor besluiten, ook wanneer dit door het opsteken der handen (χειροτονία) geschiedt. Ieder volksbesluit heet ψήφισμα.
Ψευδομαρτυριῶν δίκη, aanklacht tegen iemand, door wiens valsch getuigenis men een proces verloren heeft. De veroordeeling van den aangeklaagde had niet noodzakelijk de vernietiging van het oorspronkelijk vonnis ten gevolge, maar konde aanleiding geven tot een παλινδικία.
Ψιλοί, algemeene naam voor lichtgewapende troepen: boogschutters, slingeraars, enz., te onderscheiden van de πελτασταί of lichtgewapende infanterie. Verder verstaat men onder ψίλοι de oppassers of bedienden der ὁπλῖται. Ieder hopliet had een oppasser, om wanneer hij door zijn zware wapenrusting vermoeid was, op marsch zijn schild en speer te dragen, verder voor het dragen, requireeren en koken van de levensmiddelen. In Sparta gebruikte men daarvoor heloten, in Attica moest ieder hopliet zelf voor zijn oppasser zorgen, dien hij dus meestal uit zijn familie of buren koos. Daar ze ook nu en dan krijgsdiensten moeten verrichten en tot hun taak ook behoort het wegvoeren van gewonden en van gevangenen, plundering en verwoesting van het vijandelijk land, zijn ze licht gewapend, met een dolk of bijl of korte speer.

< >