Priamus - Πρίαμος, 1), zoon van Laomedon en Strymo. Toen Heracles Troje had ingenomen, werd hij gevangen genomen, maar door zijne zuster Hesione vrijgekocht, vandaar werd zijn oorspronkelijke naam Podarces in Pr. (van πρίασθαι) veranderd. Na het vertrek van Heracles volgde hij zijn vader op, hij ondernam als bondgenoot der Phrygiërs een krijgstocht tegen de Amazonen, huwde met Arisbe, later met Hecabe, en leefde met het talrijk kroost (50 zoons en 50 dochters), dat hij bij deze en andere vrouwen had, gelukkig en tevreden, totdat de trojaansche oorlog uitbrak, die hem eerst van bijna al zijne zonen beroofde en hem eindelijk regeering en leven kostte.
Aan den oorlog neemt hij wegens zijn hoogen leeftijd persoonlijk geen deel, slechts tweemaal komt hij buiten de stad, eerst om een verdrag te sluiten, waarbij de oorlog door een tweegevecht tusschen Paris en Menelāus beslist zou worden, later onder geleide van Hermes, om van Achilles de uitlevering van het lijk van Hector af te smeeken. Toen de Grieken de stad binnendrongen, zocht de grijze koning met zijn vrouw en dochters een schuilplaats bij het altaar van Zeus, maar toen hij zijn zoon Polītes door Neoptolemus zag dooden, slingerde hij zijne lans naar den vijand, die daarop in woede op hem toeliep en hem met zijn zwaard doorstak.—2) zoon van Polītes no. 1, tochtgenoot van Aenēas.