Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Polus

betekenis & definitie

Polus - Πῶλος, 1) van Agrigentum, sophist uit de school van Gorgias, door Plato gegispt om zijn al te gekunstelden stijl.—2) leerling van Empedocles, schrijver van een werk over de rechtvaardigheid.—3) tooneelspeler te Athene ten tijde van Demosthenes.

< >