Plebs - het niet-patricische gedeelte van den rom. populus. Ze zijn vrij, maar hebben oorspronkelijk geen deel aan het bestuur van den staat. Gedeeltelijk zijn het landbouwers, en dan misschien ± 457 uit de cliënten ontstaan (zie clientes), gedeeltelijk is het dat deel van de stedelijke bevolking, dat zich met handel en industrie bezig hield.
Door hare numerieke meerderheid en de macht, die zich uit de onschendbaarheid der volkstribunen ontwikkelde, gelukte het aan de plebs na langen en hardnekkigen strijd zich in de hoofdzaken gelijkstelling met de patriciërs te verwerven, zelfs in sommige opzichten (b.v. plebiscīta, consulaat, censuur) voorrechten boven den adel. Deze strijd liep af in 287, toen door de lex Hortensia de plebiscita kracht van wet kregen voor het geheele volk. De afscheiding der beide standen werd opgeheven door de lex Canuleia de conubio (445).