Phrataphernes - Φραταφέρνης, satraap van Parthië onder Darīus Codomannus; hij streed in den slag bij Gaugamēla, maar onderwierp zich daarna aan Alexander. Deze liet hem zijne satrapiën Parthia en Hyrcania, die hij gedurende zijn verder leven behield.
Φρατρία, oudtijds eene afdeeling van den atheenschen adel. Door Clisthenes werd het aantal phratriën uitgebreid, en ook niet-adellijke burgers erin opgenomen. Tot Clisthenes waren in iedere phyle drie phratriën, in welke verhouding zij tot de latere phylae stonden is niet bekend. Ieder burger moest tot eene phr. behooren, jonggeboren kinderen werden op de Apaturia (z. a.) in de phr. van hun vader ingeschreven, terwijl de medeleden (φράτορες, φράτερες) tegen de inschrijving van onechte kinderen of om andere redenen onbevoegden moesten waken. Vrouwen gingen bij huwelijk in de phr. van haar man over. Ook verrichtten de leden eener phr. zekere gemeenschappelijke godsdienstige plechtigheden.