Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Philo (Athener)

betekenis & definitie

Philo (Athener) - Φίλων, 1) Athener, die door de 30 verdreven werd en zich te Orōpus vestigde. Later kwam hij naar Athene terug, waar hij tot lid van den raad verkozen werd.—2) van Amphipolis, door Philippus van Macedonië verbannen (358).—3) zwager van Aeschines, in 347 lid van het gezantschap, dat met Philippus ging vrede sluiten.—4) bekwaam architect, die het groote arsenaal in den Piraeus bouwde (omstreeks 300) en over onderwerpen, zijn vak betreffend, schreef.—5) van Byzantium, leerling van Ctesibius, schrijver van een werk over werktuigkunde, voornamelijk over de toepassingen daarvan op het krijgswezen, waarvan een gedeelte bewaard gebleven is.—6) van Larīsa in Thessalië, leerling van Clitomachus en zijn opvolger als hoofd der academie, soms stichter der vierde academie genoemd. Gedurende den oorlog met Mithradātes vluchtte hij naar Rome, waar hij zich vele vrienden verwierf; Cicero ging veel met hem om.—7) geleerde Jood van Alexandrië, geb. omstreeks 25. In zijn talrijke, deels geschiedkundige, maar meest wijsgeerige, geschriften streeft hij naar een vereeniging van joodsche godsdienstleer en grieksche wijsbegeerte; door allegorische verklaring van het O.T. vindt hij daarin de verschillende stelsels der grieksche scholen, vooral de academische en stoicijnsche, terug. Reeds bejaard kwam hij naar Rome (40 n.

C.), om zich bij Caligula over onderdrukking zijner geloofsgenooten te beklagen. Verslag van die Jodenvervolgingen en van zijn gezantschapsreis heeft hij gegeven in zijne geschriften: εἰς Φλάκκον en Πρεσβεία πρὸς Γάιον.—8) Herennius Ph., van Byblus, beroemd grammaticus, schrijver van verscheiden werken, waaronder een over het aanleggen van bibliotheken. Hij leefde in de tweede eeuw n. C. Zie Sanchoniathon. Zie ook Ammonius no. 3.

< >