Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Penelope

betekenis & definitie

Penelope - Πηνελόπη, -πεια, dochter van Icarius en Periboea, gemalin van Odysseus. Toen bij het lange uitblijven van haar gemaal zich het gerucht van zijn dood verbreidde, kwamen de edelste jongelieden uit de omliggende landen naar Ithaca om naar hare hand te dingen. Zij bleef echter steeds op de terugkomst van Odysseus hopen en wenschte dus geen bepaald antwoord op al die aanzoeken te geven, daarom bedacht zij een list, ten einde de minnaars tot uitstel te bewegen.

Zij beloofde namelijk een keus te doen, wanneer het lijkkleed van Laërtes gereed zou zijn, dat zij bezig was te weven, maar wat zij bij dag aan dit kleed afwerkte haalde zij des nachts weder uit. Toen deze list door hare dienstmaagden aan de minnaars verraden was en zij sterker op eene beslissing aandrongen, kwam Odysseus juist van pas terug, hij doodde de minnaars en leefde verder met P. gelukkig tot zijn dood. Daarna huwde zij met Telegonus, den zoon van Odysseus en Circe en eindelijk werd zij naar de eilanden der gelukzaligen verplaatst.—V. a. had zij de huwelijkstrouw niet ongeschonden bewaard, was zij daarom door Odysseus verstooten en had zij zich over Sparta naar Mantinēa begeven, waar men haar graf toonde.

< >