Icarius - Ἰκάριος, 1) ook Icarus of Icarion, atheensch landbouwer, die van Dionȳsus den wijnbouw leerde. Toen hij eenige herders wijn had laten proeven en zij daardoor bedwelmd geworden waren, doodden zij hem, in de meening, dat hij hen vergiftigd had. Zijne dochter Erigone (z. a.) zocht hem langen tijd, geholpen door haar trouwen hond Maera; toen zij zijn lijk vond, hing zij zich aan een boom op.
De goden plaatsten Ic. als Boōtes of Arctūrus, Erigone als de Maagd, Maera als Procyon (Icarius canis) aan den sterrenhemel. Vgl. Entoria.—2) zoon van Oebalus, werd met zijn broeder Tyndareos door hun halfbroeder Hippocoon uit Lacedaemon verdreven, maar later door Heracles teruggebracht.
Hij had de hand zijner dochter Penelope beloofd aan dengene, die in den wedloop de overwinning zoude behalen. Odysseus was de overwinnaar en voerde haar als zijne gade mede naar zijn rijk, hoewel Ic. hem smeekte in Lacedaemon te blijven.