Nilus - Νεῖλος, de bekende riv. de Nijl, waaraan Aegypte zijne vruchtbaarheid te danken heeft. Bij Homerus draagt hij den naam Aegyptus (ὁ Αἴγυπτος). Hij had zeven mondingen of ostia (στόματα): Pelusiacum, Taniticum, Mendesium, Phatniticum, Sebennyticum, Bolbitinum en Canobicum.
De laatste werd ook wel ostium Heracleoticum of Naucraticum geheeten. Deze Nijlarmen waren door een net van kanalen verbonden, terwijl nog weer andere kanalen in zee uitliepen.