Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Messāna

betekenis & definitie

Messāna - Μεσσάνα, doch gewoonlijk Μεσσήνη, op Sicilia, thans Messina, allereerst Zancle geheeten, daar de haven door eene sikkelvormige landtong gevormd werd. Het was gesticht door Siciliërs, en werd in de achtste eeuw gekoloniseerd door euboeïsche Chalcidiërs en Cumaeërs. Na de verwoesting van Milētus in 494 door de Perzen, vonden scharen Milesiërs en Samiërs hier een toevluchtsoord.

Kort daarop maakte Anaxilāus, tyran van Rhegium, zich van Zancle meester en noemde het Messana, naar de Messeniërs, die hij in de stad opnam. In 396 werd de toenmaals bloeiende stad door de Carthagers verwoest. Dionysius de oude, tyran van Syracūsae, liet ze spoedig herbouwen.

Na den dood van Agathocles maakten diens huurbenden, de Mamertīni, zich van haar meester (vóór 283) en vermoordden grootendeels de mannelijke bevolking. Zie verder Mamertini. Messana bleef eene aanzienlijke stad; de ruime haven kon 600 schepen bevatten.

< >