Meleager - Μελέαγρος, 1) zoon van Oeneus en Althaea, geducht speerwerper, nam deel aan den Argonautentocht en was de aanvoerder van de calydonische jacht. Toen deze jacht was afgeloopen, ontstond over den kop en de huid van het gedoode dier, den prijs der overwinning, een bloedigen strijd tusschen de Aetoliërs en de Cureten; zoolang Mel. medestreed, behielden de Aetoliërs de overhand, maar toen zijne moeder hem vervloekte, omdat hij een van hare broeders in het gevecht verslagen had, trok hij zich terug, en de nood was hoog bij de Aetoliërs gestegen, eer hij zich door de beden zijner gemalin liet bewegen zich weder bij de strijdenden te voegen. Hij redde zijne landgenooten, maar werd zelf door Apollo met een pijl gedood.—V. a. waren op den zevenden dag na zijne geboorte de Moerae in de kamer zijner moeder gekomen en hadden gezegd, dat hij sterven zoude, zoodra een op den haard liggend stuk hout verbrand zoude zijn.
Daarop nam Althaea het blok haastig uit het vuur en bewaarde het zorgvuldig. Na afloop van de calydonische jacht vereerde Mel. de schoone Atalante, die het zwijn de eerste wond had toegebracht, met de huid van het dier, maar de broeders van Althaea ontnamen haar die met geweld, waarop Mel. hen doodde. Hierover vertoornd, wierp zijne moeder het stuk hout op het vuur, waarop Mel. spoedig stierf.—2) veldheer van Alexander den Gr., bewerkte dat na diens dood Philippus Arrhidaeus tot koning uitgeroepen werd, door wien hij hoopte nevens Perdiccas de grootste macht in handen te krijgen.
Deze doorzag echter zijn plan en liet hem met zijne aanhangers bij eene wapenschouwing dooden.—3) zoon van Ptolemaeus Lagi, regeerde na den dood van Ptolemaus Ceraunus twee maanden over Macedonië; daarna werd hij wegens zijne onbekwaamheid weggejaagd.—4) van Gadara, geestig epigrammendichter, maakte ook eene bloemlezing van oudere epigrammen; hij leefde omstreeks 80.