Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 10-06-2019

Oeneus

betekenis & definitie

Oeneus - Οἰνεύς, zoon van Portheus of Porthāon, koning van Calydon en Pleuron, de eerste die den wijnbouw in Aetolië invoerde, waartoe Dionȳsus hem zelf den eersten wijnstok gaf. In zijn tijd had de calydonische jacht plaats.

De zonen van zijn broeder Agrius zetten hem gevangen en gaven de regeering aan hun vader, Diomēdes doodt echter na zijne terugkomst van Troje Agrius met de meeste van diens zonen en geeft de regeering aan zijn grootvader terug, die haar echter aan zijn schoonzoon Andraemon afstaat.—Op eene reis in de Peloponnēsus werd hij door de in leven gebleven zonen van Agrius gedood. Diomēdes begroef hem in Argos, op de plaats die naar hem Oenoë genoemd werd.

< >