Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Maioriānus

betekenis & definitie

Maioriānus - (Flavius Iuliānus), een der laatste keizers van het west.-rom. rijk, 457–461 na C. Hij roeide vele misbruiken uit, waardoor hij zich onder de ambtenaren vele vijanden maakte. Toen nu een oorlog tegen den vandaalschen koning Geiserik ongelukkig afliep, werd het leger onder den Sueef Ricimer tot opstand overgehaald en Maiorianus tot afstand gedwongen.

Hij stierf weinige dagen later aan eene plotselinge ziekte. Het rijk verloor in hem een edel en doortastend vorst.Μακάρων νῆσοι, ver afgelegen eilanden, waar de heroën, evenals in het Elysium, na driemaal op aarde zonder zonde geleefd te hebben, onder de regeering van Cronus een gelukzalig leven leiden. Zie ook Fortunatae insulae.
Μάκεδνοι, dorische stam, eerst tijdens Deucalion in Phthiōtis, later aan den Pindus.

< >