Iuliānus - (Flavius Claudius), neef van Constantijn den Gr., zoon van diens broeder Julius Constantius, geboren in 332 n. C., om zijn afval van het Christendom gewoonlijk Apostata genoemd, was te Constantinopel, te Nicomedēa en te Athene in de letteren en wijsbegeerte onderwezen en gevoelde reeds vroeg een afkeer van het Christendom, waarin hij was opgevoed. Toen na den dood van Constantijn den Gr. diens drie zoons, Constantinus, Constantius en Constans de heerschappij verdeelden, lieten zij hunne bloedverwanten ombrengen; slechts twee neven, Gallus en Iulianus bleven gespaard (338).
Een tijdlang werd Iulianus met zijn broeder Gallus naar een eenzaam landgoed, Macellum bij Caesarēa in Cappadocië, verbannen. In 351 werd Gallus door keizer Constantius tot Caesar benoemd, en sedert dien tijd genoot Iulianus meer vrijheid; in 352 is hij onder den invloed zijner neo-platonische leermeesters heimelijk tot het Heidendom overgegaan. Constantius liet in 354 Gallus ombrengen en zond in 355 Iulianus met den titel van Caesar naar Gallia om de invallen der Germanen tegen te gaan.
Daar voerde Iul. gelukkig oorlog, o.a. versloeg hij in 357 de Alemannen bij Argentoratum (Straatsburg), doch moest alle voorzichtigheid in acht blijven nemen om niet Constantius’ argwaan op te wekken. In 360 echter wierp hij het masker af, zijn leger riep hem tot keizer uit, Constantius rukte wel tegen hem op, doch stierf op marsch (Nov. 361), en Iulianus werd algemeen als keizer erkend. Hij kwam er nu openlijk voor uit, dat hij een aanhanger was van den ouden godsdienst, begunstigde de heidenen, en zette de Christenen achteraf.
Vooral zijn edikt, waarbij hij de christelijke rhetoren en sophisten verbood, de heidensche boeken bij hun onderwijs te gebruiken, zette kwaad bloed.
Zijn plan was, een heidensche kerk te stichten, naar het model van de Christelijke, maar zijn theologie ontleende hij aan de leer der Neo-platonici, terwijl zijn moraal die der Neo-cynici was. Zijne plannen vonden zeer weinig instemming.
In 363 trok hij uit op een veldtocht tegen de Perzen, en drong door tot onder de muren van Ctesiphon, maar moest toen langs een anderen weg terugkeeren. Bij een plotselingen overval snelde hij, uithoofde der hitte ongeharnast ten strijde en werd door een lanssteek doodelijk gewond. Zoo stierf hij (Juni 363) slechts 31 jaar oud, volgens zijne vijanden met de woorden: tandem vicisti Galilaee! Met zijn dood viel ook deze laatste poging om het Heidendom te herstellen.
Er zijn nog een aantal brieven en vele zeer belangrijke geschriften van Iulianus overig. Hij schreef Grieksch, en beschouwde Griekenland als zijn tweede vaderland.