Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 12-06-2019

Laodice

betekenis & definitie

Laodice - Λαοδίκη, 1) eene nimf, bij Phorōneus moeder van Niobe en Apis.—2) dochter van Priamus en Hecabe, gehuwd met Helicāon, zoon van Antēnor.—V. a. was zij bij Acamas no. 1, moeder van Munitus, en toen deze aan een slangebeet stierf, stortte zij zich van een rots of werd zij door de aarde verzwolgen.—3) = Electra no. 4.—4) moeder van Seleucus I, die haar naam aan verscheiden steden gaf. Vele vrouwen in het geslacht der Seleuciden droegen dezen naam, o. a. de gemalin van Antiochus II (z. a.).

< >