Hyacinthus - Ὑάκινθος, 1) zoon van Amyclas en Diomēde, een buitengewoon schoon jongeling, die door Apollo en Zephyrus bemind werd. Toen Apollo eens met hem aan de oevers van den Eurōtas met den discus speelde, dreef Zephyrus uit jaloerschheid de werpschijf van Apollo naar het hoofd van Hyac., zoodat deze doodelijk gewond werd. Apollo veranderde hem in de bloem, die zijn naam draagt.
Te zijner eere vierden de Spartanen jaarlijks te Amyclae een groot feest, de Hyacinthia, dat drie dagen duurde; de eerste dag was een treurdag, waarop men aan Hyac. in stilte offers bracht, de beide volgende dagen hield men feestelijke optochten en wedspelen.—2) Lacedaemoniër, die ten tijde van Aegeus te Athene woonde. Toen Minos Athene met oorlog bedreigde (z. Aegeus), kregen de Atheners van het orakel den raad de kinderen van een vreemdeling te offeren; zij kozen daarvoor de dochters van Hyac.
Niettemin werden zij door Minos overwonnen.