Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Hippemolgi

betekenis & definitie

Hippemolgi - Ἱππημολγοί, een scythische nomadenstam in het N., wier voedsel hoofdzakelijk uit paardenmelk bestond.

Ἱππῆς, atheensche burgers uit de tweede der vier door Solon ingestelde phylen, met een eigendom, dat 300–500 medimnen of metreten kon opleveren; zij waren verplicht een strijdros te onderhouden en voornamelijk deze klasse leverde ruiters voor het leger; daar de ruiterij ten tijde van Solon echter niet meer dan 100, en nooit meer dan 1200 man sterk was, dienden de meeste burgers ook uit deze klasse als hoplieten. Ook de spartaansche ἱππῆς, eene koninklijke lijfwacht van 300 man, streden te voet, eerst in den peloponnesischen oorlog werd een werkelijk ruitercorps opgericht. Bij de Grieksche wijze van oorlogvoeren, was de beteekenis der ruiterij gering. Antieke ruiterij is niet in staat een charge uit te voeren. De ruiterij rijdt dus op den vijand in, en, dichtbij gekomen, tracht ieder ruiter afzonderlijk den vijand schade toe te brengen. Daar echter de stijgbeugel nog niet uitgevonden was, was de ruiter niet in staat, met zijn lans krachtige stooten toe te brengen; de lans werd dus meestal gebruikt om te werpen.

< >