Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Himerius

betekenis & definitie

Himerius - Ἱμέριος, van Prusa (315–386 n. C.), Grieksch rhetor en sophist, deed verscheiden reizen en vestigde zich te Athene, vanwaar Iuliānus hem naar Antiochië liet komen en hem tot zijn secretaris aanstelde. 24 redevoeringen van hem zijn bewaard gebleven.

< >