Dioscūri - Διόσκουροι, Castor (Κάστωρ) en Pollux (Πολυδεύκης), tweelingbroeders, door Zeus in de gedaante van een zwaan bij Leda verwekt, of zonen van Tyndareos en Leda (Tyndaridae, Τυνδαρίδαι), terwijl v. s. Castor de zoon van Tyndareos en Pollux die van Zeus is. Zij waren heldhaftige jongelingen, Castor uitmuntend als ruiter, Pollux als vuistvechter.
Nog op jeugdigen leeftijd namen zij Aphidna (z. a.) in, later verwierven zij grooten roem bij de calydonische jacht en den tocht der Argonauten (z. Amycus). In den strijd tegen de Apharetidae (z. a.) vond Castor, die als zoon van Tyndareos sterfelijk was, den dood, en Pollux kreeg op zijne smeekingen van Zeus vergunning de onsterfelijkheid met zijn broeder te deelen, zoodat beiden telkens een dag in de onderwereld, den volgenden op den Olympus doorbrengen. Te Sparta, waar hun dienst inheemsch is, worden zij beschouwd als beschermers van den staat, later werden zij meer algemeen vereerd als verdedigers van het gastrecht en gidsen der zeevarenden, wien zij zich als St.
Elmsvuur vertoonen. Dikwijls verschijnen zij aan de menschen en verschaffen zij hun de overwinning in een ongelijken strijd. Zoo hadden zij eens de Locriërs in Italië tegen de achtmaal sterkere Crotoniaten bijgestaan en denzelfden dag hunne overwinning bij de olympische spelen bekend gemaakt.
Eveneens streden zij in de gelederen der Romeinen bij het meer Regillus, tengevolge waarvan hun een tempel op het forum gewijd werd, die elk jaar den 15den Juli in plechtigen optocht door de romeinsche ridders bezocht werd.
Zij worden gewoonlijk als ruiters afgebeeld, met een eivormigen helm op het hoofd en een speer in de hand, dikwijls ook met een ster boven het hoofd. Te Athene werden zij Ἄνακες, te Rome ook wel Castores genoemd.