Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Dictys

betekenis & definitie

Dictys - Δίκτυς, 1) broeder van koning Polydectes van Serīphus, die de kist aan land trok, waarin zich Danaë met haar kind bevond.—2) D. Cretensis, van Cnossus, had naar men meende, Idomeneus in den trojaanschen oorlog begeleid en op palmbladen een dagboek (Ephemeris) geschreven, dat ten tijde van Nero bij gelegenheid van eene aardbeving in zijn graf gevonden werd. Van dit werk bestaat eene latijnsche vertaling van zekeren

L. Septimius, die in de 4de eeuw n. C. leefde; van het oorspronkelijk grieksche werk is onlangs een klein gedeelte gevonden. Z. Dares.

Διδασκαλία, een gedenkschrift betreffende de opvoering van een tooneelstuk, bevattende den titel van het stuk, den naam van den schrijver, den tijd en de plaats der opvoering, enz. Van deze documenten maakten latere schrijvers over geschiedenis der letterkunde of van het tooneel, v. s. Aristoteles het eerst, veel gebruik, en bij de meeste grieksche en latijnsche tooneelstukken, die bewaard gebleven zijn, bestaat ook nog de διδασκαλία geheel of gedeeltelijk.—Δ. beteekent in de eerste plaats het instudeeren door den dichter van een koor, vooral voor tragedie en comedie, dan ook het opvoeren zelf der tooneelstukken; ook de stukken, die bij dezelfde gelegenheid ten tooneele kwamen, noemde men soms met een gemeenschappelijken naam διδασκαλία.

< >