Cnossus - ook met Gn. geschreven, Κνωσός, stad op de Noordkust van Creta, in voorhistorische tijden (2400–1200) de koningszetel van een machtig volk met een zeer interessante, hoog ontwikkelde beschaving; wie de dragers waren dezer beschaving, weten we nog niet; we kunnen echter twee tijdperken onderscheiden, die van de vóór-grieksche, en die van de achaeische heerschappij. Omstreeks 1000 vervalt deze cretensisch-myceensche beschaving, en in den historischen tijd is de stad dorisch, met de havensteden Amnīsus en Heraclēum. Een herinnering aan den vroegeren glans en de vroegere heerlijkheid is bij het grieksche volk levendig gebleven door de sagen van Minos, den Minotaurus en het Labyrinth, van Daedalus en Icarus en van Ariadne.
Cnosia tellus = Creta, Cnosia, Cnosis, Cnosias = Ariadne, Cnosia stella = het sterrenbeeld de kroon van Ariadne. De opgravingen der laatste jaren hebben het oude paleis der vorsten van Cnosus blootgelegd.