Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Delus, Delos

betekenis & definitie

Delus, Delos - Δῆλος, het heilige Cycladeneiland, waar Apollo en Artemis door Latōna ter wereld waren gebracht. Apollo had er een wit marmeren tempel met een altaar uit hoornen in elkaar gewerkt. Tot de viering van Apollo’s geboortefeest (Ἀπολλώνια) zonden de grieksche staten jaarlijks in de maand Thargelion plechtige gezandschappen.

Om de vier jaar werd dit feest vervangen door de Δήλια, een van de luisterrijkste feesten van geheel Griekenland. Geen begrafenis mocht op Delus plaats hebben; lijken werden naar het nabijgelegen Rhenēa overgebracht. De oudste bewoners waren Cariërs, daarna vestigden er zich Ioniërs.

Na den perzischen oorlog werd te Delus de bondskas van het atheensche zeeverbond bewaard, totdat Pericles deze naar Athene overbracht (454). Delus was in de 2de eeuw, toen het door de Romeinen aan Athene werd toegewezen, en een vrijhaven werd, beroemd om zijne slavenmarkten, die van heinde en verre werden bezocht. In den eersten mithradatischen oorlog werd het (88) door den pontischen veldheer Menophanes of door Archelāus geplunderd en verwoest, de mannelijke bevolking omgebracht, vrouwen en kinderen in slavernij weggevoerd.

In 69 werd het eiland wederom geplunderd, nu door de zeeroovers, en sedert dien tijd is het vervallen.

Thans is Delus woest en verlaten. Naar het eiland en den berg Cynthus wordt Apollo dikwerf Delius en Cynthius genoemd.

Zie Asteria.

< >