Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Augures

betekenis & definitie

Augures - οἰωνοσκόποι, romeinsch priestercollegie, welks taak het was, volgens vaste regelen den wil der godheid op te sporen en als deskundigen voorteekenen te verklaren. Wanneer een der magistraten eene gewichtige handeling wilde verrichten, b. v. wanneer een consul de centuriaatcomitiën wilde bijeenroepen, dan moest hij zich vooraf vergewissen, of de goden zijn plan goedkeurden. Het recht om dit onderzoek te gelasten, heette spectio en kwam den overheidspersoon toe; het onderzoek zelf en de mededeeling van den uitslag heette nuntiatio en kwam den augur toe.

Daar het den augurs niet verboden was, overheidsambten te bekleeden, kon zich het geval voordoen, dat spectio en nuntiatio in ééne hand waren, zonder eenige contrôle. De augurs konden aan vele zaken godsdienstige belemmeringen in den weg leggen, ja zelfs konden zij gehouden verkiezingen vernietigen door de verklaring, dat er bij de waarneming der teekenen een vitium, een verzuim of eene fout, had plaats gehad en dat dus de gekozenen vitio creati waren, hetgeen ten gevolge had, dat zij hun ambt weder moesten neerleggen en anderen gekozen moesten worden. De eenige waarborg tegen misbruik was, dat alle uitspraken door het geheele collegie éénstemmig moesten geschieden.

Het augursambt was oorspronkelijk patricisch, eerst waren er drie, later vijf (v. a. zes). De keuze had plaats door coöptatie. In 300 evenwel bracht het plebisciet van de volkstribunen Q. en Cn.

Ogulnius het getal op negen, en wel vier uit de patriciërs en vijf uit de plebejers.

Het plebisciet van den volkstribuun Cn. Domitius Ahenobarbus van 104 bracht de keus aan het volk, en wel zoo, dat het lot de kleinste helft (17 van de 35) tribus zou aanwijzen, en dat hij, die door deze bij meerderheid van stemmen zou worden voorgedragen, door het collegie zou worden gecoöpteerd.

Deze coöptatie was voor het leven. Al de priesters, die tot de sacerdotes populi Romani gerekend werden, en dus ook de augurs, moesten vóór de aanvaarding van hun ambt geïnaugureerd, d. i. door een augurium gewijd worden; doch hoe deze inauguratio plaats had, wordt niet in bizonderheden vermeld. Bij elke wijding, zoowel van personen als van plaatsen, was de hulp der augurs noodig.

Tot de insignia der augurs behoorden de trabea, en de lituus.

< >